Nederland begint aan Afghaanse missie
Nederlandse commando’s en mariniers zijn begonnen aan „de meest uitdagende missie" van de afgelopen jaren. Een kopgroep van rond negentig militairen, onder wie drie vrouwelijke, vertrok maandag van de vliegbasis Eindhoven naar Afghanistan, nadat minister Kamp ieder persoonlijk de hand had geschud.
In totaal zendt Nederland 250 militairen naar het zuid-oosten van het land met een thuisbasis in de buurt van de stad Kandahar. Met behulp van vier Chinook-transporthelikopters moeten de 165 commando’s en mariniers een onherbergzaam gebied gaan controleren met een omvang van enkele malen Nederland.
Het gaat erom te voorkomen dat restanten van terroristische organisaties als Al-Qaida, de Taliban en Hezb-i-Islami van de krijgsheer Gulbuddin Hekmatyar zich kunnen hergroeperen. En om dat te bereiken „moet je de oorlog bij hen brengen, anders brengen zij de oorlog naar jou", vatte commodore Cobelens, directeur operaties van het ministerie van Defensie, een deel van de opdracht samen.
De andere kant van de operatie behelst het winnen van vertrouwen van de lokale bevolking. Daarom zullen deze ’langeafstandsverkenners’ ook niet zoals gebruikelijk volledig onzichtbaar zijn. Zij moeten netwerken opzetten en praten met bijvoorbeeld dorpsoudsten. Voor het uitvoeren van kleinschalige wederopbouwprojecten krijgt de eenheid geld van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
De hoofdtaak van de special forces is het gebied zo volledig mogelijk onder controle te krijgen. Daarvoor is het zaak het gebied in kaart te brengen. Het gaat dan om zaken als de politieke en de sociaal-economische situatie, de omvang van de criminaliteit en de mate waarin het gebied wordt geïnfiltreerd door vijandige cellen. Het uiteindelijke doel is het zuid-oosten onder het gezag van de centrale regering in Kabul te brengen.
Het arresteren van terroristen behoort daarbij tot de mogelijkheden. Maar als er mensen moeten worden aangehouden gebeurt dat altijd door een Amerikaanse militair. Op missies waarbij arrestaties tot de mogelijkheden behoren zal dan ook meestal een soort Amerikaanse arresting officier mee gaan.
Wat de speciale troepen niet mogen is de grens oversteken. Zij mogen alleen in Afghanistan actief zijn. Verder mogen zij zich niet actief bemoeien met de oorlog tegen opiumteelt.
Met de missie gaan nog vier leden van de Koninklijke Marechaussee mee, die eventuele incidenten moeten onderzoeken. Het openbaar ministerie is dit keer niet uitgenodigd voor een bezoek aan het inzetgebied. De omstandigheden zijn gewoonweg te zwaar voor niet getrainde mensen, aldus Cobelens.