Kerk & religie

Proeve nieuwe kerkorde GKV voorgelegd aan synode

Deputaten kerkrecht en kerkorde van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) hopen de volgende generale synode, die van 2008, een „compleet herziene” kerkorde te kunnen aanbieden. Een eerste „proeve” is inmiddels voorgelegd aan de leden van de generale synode 2005.

Kerkredactie
15 April 2005 22:15Gewijzigd op 14 November 2020 02:27
AMERSFOORT – De generale synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt kwam vrijdag opnieuw bijeen in de Amersfoortse kerk De Kandelaar. Op de agenda stonden onder meer een presentatie van het rapport van deputaten kerkrecht en kerkorde en de behandeli
AMERSFOORT – De generale synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt kwam vrijdag opnieuw bijeen in de Amersfoortse kerk De Kandelaar. Op de agenda stonden onder meer een presentatie van het rapport van deputaten kerkrecht en kerkorde en de behandeli

Dat bleek vrijdag in Amersfoort, waar de -driejaarlijkse- generale synode dit jaar bijeenkomt.

Het rapport van deputaten kerkrecht en kerkorde, dat vrijdagmorgen werd gepresenteerd, behandelt een groot aantal onderwerpen. Onder meer: de positie van predikanten die werken als geestelijk verzorger in de gezondheidszorg of in een justitiële inrichting, de doop van geadopteerde kinderen en de positie van kerkelijk werkers.

Deputaten stellen daarnaast een algehele vernieuwing van de kerkorde voor. Doel hiervan is, schrijven zij in hun rapport, „om de kerkorde doorzichtiger te maken en om nieuwe ontwikkelingen te verwerken.”

Het is nadrukkelijk niet zo dat het deputaatschap hiermee met „een eigen speeltje” komt, stelde deputatenlid ds. K. Harmannij. „Het was de synode van 2002 die hiertoe heeft besloten.”

Aan de kerkorde, die tot nu toe de structuur heeft van de Dordtse Kerkorde (DKO), is in de loop van de jaren zo veel gesleuteld en toegevoegd dat deze onoverzichtelijk is geworden en bijvoorbeeld „bijna overvleugeld” is door allerlei generale regelingen, gaf de predikant aan. „Daarom zeggen wij: Laat nu ook de structuur los. Laten we de kerkorde weer tot een geheel maken.”

Enige verwarring ontstond er over de status van de „proeve” die de synodeleden hadden ontvangen. Was dit een openbaar document of niet - zoals deputaten in hun begeleidend schrijven hadden aangegeven? Deputaat drs. J. P. de Vries merkte na overleg op er geen bezwaar tegen te hebben dat het een openbaar stuk werd. „Met de kanttekening dat het hier gaat om een werkdocument, niet om een voorstel. Wat wij zouden willen weten, is of u ons groen licht geeft om op deze weg verder te gaan.”

Bijna niets blijft in de herziene kerkorde hetzelfde, merkte ds. Harmannij op. Detail is dat ook het bekende artikel 31, waaraan de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt het toevoegsel „onderhoudende artikel 31” te danken hebben, in elk geval op een andere plaats terechtkomt.

De inhoudelijke bespreking van dit rapport volgt later.

Wél inhoudelijk behandelde de synode vrijdag, in eerste ronde, het rapport van deputaten dienst en recht van predikanten. Ouderling G. Zwarteveen uit Groningen sprak zich overigens kritisch uit over het feit dat een deel van de synodeleden al per e-mail een of meer inhoudelijke -in plaats van informatieve- vragen aan deputaten had gesteld en daarop ook schriftelijk antwoord had gekregen. Een pakket van 36 A4-tjes met vragen en antwoorden was het resultaat. „Preses, ik dacht dat alle inhoudelijke vragen híér, in het openbaar, moeten worden gesteld.”

Meerdere afgevaardigden uitten zich kritisch over het rapport van deputaten dienst en recht. Met name de oprichting van een vereniging van kerken die de instelling van een Steunpunt Kerkelijke Beheerszaken onder haar hoede moet nemen, stuitte op verzet. „Met een toename van het aantal steunpunten wordt het draagvlak ondergraven”, stelde ouderling J. van Winden uit Capelle aan den IJssel. Hij sprak zijn teleurstelling uit over het geestelijk niveau waarop het deputaatschap over de materie schrijft. „Zoekt de kerk een afgetimmerd geheel van regelingen? Een CAO voor predikanten? Ik moet er niet aan denken.”

Ouderling Joh. Knol uit Enschede zei geschrokken te zijn van het grote aantal hulpvragen dat het deputaatschap sinds 2002 heeft gekregen: in totaal werd door 26 gemeenten of predikanten hulp ingeroepen. Knol: „Hoe is het mogelijk dat in onze kerken zoiets kan plaatsvinden?”

Deputatenvoorzitter W. Korf haakte daarop in. „Dit zijn de vragen waar het om gaat. U kunt het over het steunpunt hebben, over allerlei andere praktische zaken, maar ik zou u willen vragen: denk met ons mee. Hoe komt het toch dat er zo veel problemen zijn? Wat zijn nu helende middelen? Dáárover moeten we het hebben. Maar die vraag is nu een beetje ondergesneeuwd.”

Later zal de synode zich verder bezighouden met deze materie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer