Vergeten verdedigers van de Grebbelinie
Nederland herdenkt zaterdagavond op veel plaatsen de gevallenen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Ook op de Grebbeberg bij Rhenen, waar honderden militairen zijn omgekomen. Dat de Duitsers de grootste aanval op de Grebbelinie niet daar inzetten maar bij het dorp Scherpenzeel, is bij velen onbekend. Aan de Marktstraat richting het centrum van Scherpenzeel staat een vergeten monument.
In de meidagen van 1940 is Scherpenzeel het toneel van hevige strijd. Het dorp ligt in de Grebbelinie, een verdedigingslijn die vanaf de Grebbeberg bij Rhenen via de oostrand van Amersfoort naar het IJsselmeer loopt. Als op 10 mei de oorlog uitbreekt, wordt een groot deel van de Scherpenzelers met drie treinen geëvacueerd naar de dorpen Winkel en Wieringerwerf in Noord-Holland.
Volgens de plannen moet generaal-majoor Zickwolff van de Duitse 227e divisie de Grebbelinie bij Amersfoort doorbreken. Op weg naar deze stad stuit hij op zo veel tegenstand, dat de Duitsers besluiten de opdracht te wijzigen. Ze verleggen het offensief naar Scherpenzeel. Daar zou de verdediging zwakker zijn.
Bij Scherpenzeel liggen het 15e en het 22e Regiment Infanterie in van hout en grond gemaakte veldversterkingen en een aantal kleine betonnen of gietstalen kazematten. Een groot deel van het 22e Regiment Artillerie ondersteunt hen. De frontlijn loopt langs de oude liniedijk ten westen van het dorp tot aan de spoorlijn Utrecht-Arnhem.
Voor de frontlijn, langs de noord- en zuidrand van Scherpenzeel en verder in oostelijke richting tot aan Ederveen, liggen voorposten ter sterkte van drie compagnieën. Zij liggen in aarden stellingen, maar ook wel in garages, hooibergen en tuinen. Betonnen stellingen ontbreken. Daarom is er nu vrijwel niets meer terug te vinden van de hevige gevechten van 12 en vooral 13 mei 1940.
Op 12 mei verschijnt om 11.00 uur plotseling een Duitse motorpatrouille voor de stellingen. De Nederlandse militairen stellen de patrouille buiten gevecht en nemen een officier en een soldaat gevangen. De officier is in het bezit van een kaart waarop de Nederlandse stellingen nauwkeurig staan aangegeven.
Na dit incident komen de voorposten onder druk te staan. De beschietingen op de voorposten ten oosten van Scherpenzeel veroorzaken verwarring. Veel militairen keren daarom ’s avonds op de frontlijn terug. Ze worden daar niet echt hartelijk ontvangen. Zeker als blijkt dat de vijand helemaal niet in het dorp is gekomen. In de vroege morgen van 13 mei moeten ze dan ook weer terug naar de voorposten.
Generaal Zickwolff ziet in het terugtrekken van deze troepen waarschijnlijk een teken van zwakte. Maar dan onderschat hij zijn tegenstander. Die dag, 13 mei, bieden de regimenten in de voorposten hevige tegenstand tegen de grootste Duitse aanval op de Grebbelinie.
Als de Duitsers aan het eind van de ochtend het offensief op de voorposten inzetten met een uren durende artilleriebeschieting, zijn de voorposten nog maar ten dele weer bezet. Veel van de teruggestuurde militairen zijn niet verder gekomen dan het centrum van Scherpenzeel.
Het is moeilijk te reconstrueren wat er gebeurt vanaf het moment dat de Duitse infanterie vooruitgaat. In ieder geval ondervinden de Duitsers bij de voorposten hardnekkige tegenstand, vooral van de goed schietende artillerie.
Uiteindelijk verovert de bezetter het dorp, waarna hij verder oprukt naar de frontlijn. Daar loopt de aanval vast. De verdere gebeurtenissen worden bepaald door de strijd op de Grebbeberg, die dwingt tot overgave en ontruiming van de Grebbelinie.
Op 5 mei 1982 komt op de hoek van de Marktstraat en De Voorposten in Scherpenzeel een monument te staan, op een van de plaatsen waar in de meidagen van 1940 de voorposten in stelling lagen. Een bakstenen muurtje herinnert aan de weerstand die de Nederlandse militairen hier boden. Op een gedenkplaat staan de regimenten genoemd.
Uit het baksteen steekt een zogenaamde asperge omhoog, een stalen profiel dat de verdedigers gebruikten voor het blokkeren van wegen. Als een asperge eenmaal in de weg is geklonken, kan hij alleen met een snijbrander worden verwijderd. Bij een Duitse aanval moesten de asperges 24 uur lang de weg versperren. Uiteindelijk was de Duitse overmacht de verdedigers te veel.
Dit is het vijfde deel in een serie over vergeten stenen, oorlogsmonumenten waar mensen achteloos aan voorbijgaan of waarvan de ontstaansgeschiedenis niet meer bekend is. Morgen deel zes: Utrecht.