OpinieWelbeschouwd

Gaan we ontevreden en klagend naar de stembus? Of als vredezoeker?

Hoe gaan we komende woensdag naar de stembus? Klagend over de toestand van het land? Ontevreden over de besluiteloosheid van politiek Den Haag? Gefrustreerd vanwege een kabinet dat meer ruziede dan problemen oploste?

28 October 2025 06:57Gewijzigd op 28 October 2025 11:05Leestijd 3 minuten
Foto van een man van middelbare leeftijd, donker gekruld haar, bril, baardje, witte blouse, lachend.
beeld RD

Wie de uitslagen van de afgelopen verkiezingen op zich laat inwerken, kan weinig anders concluderen dan dat de Nederlandse bevolking een wispelturig volkje is. Tijdens de Provinciale Statenverkiezingen in 2019 kreeg Forum voor Democratie de meeste stemmen, bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 werd de VVD de grootste partij. Weer twee jaar later haalde de BoerBurgerBeweging in alle provincies de meeste stemmen, bij de Kamerverkiezingen in datzelfde jaar werd de PVV van Geert Wilders de grootste partij en kwam de NSC van Pieter Omtzigt met twintig zetels in het parlement.

De Nederlandse kiezer is op drift. En flink ook. Wordt de ene keer de hoop gevestigd op de een, een stembusgang later moet een ander het land redden. Gevolg is intussen dat steeds meer Nederlanders hun vertrouwen in de politiek zijn kwijtgeraakt. Een meerderheid van de inwoners is gefrustreerd over de politiek, bleek afgelopen maandag uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau. Zo’n 60 procent van de Nederlanders geeft politiek Den Haag een onvoldoende. Burgers willen oplossingen voor problemen; de politiek ruziet intussen vooral.

De les hieruit: we moeten ons vertrouwen niet stellen op partijen, lijsttrekkers en Kamermeerderheden. Zelfs niet als dat christelijke zijn of die onze voorkeur hebben. Want ook Bontenbal, Stoffer en Bikker zijn slechts voorbijgangers. En ook de partijen waarvan ze lijsttrekkers zijn (CDA, SGP en ChristenUnie) zijn niet meer dan tijdelijke vormen.

Elke christen zal dit onderschrijven. En zal het Paulus nazeggen (Filippenzen 3:20) dat ons burgerschap in de hemel is, waaruit wij de Zaligmaker verwachten. Op aarde zijn we slechts voorbijgangers, vreemdelingen en pelgrims, „want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende” (Hebreeën 13:14).

Hoe brengen we onze stem uit? Uitziend naar het Koninkrijk dat komt

Wat is de taak van de christen intussen dan wel? Betekent dit dat we geen gebruik moeten maken van ons actieve en passieve kiesrecht? Moeten we de stembus links laten liggen en al helemaal niet de politiek in willen? Nee, dat zou een doperse houding zijn.

Als het volk van Juda naar Babel verbannen wordt, zegt de Heere via de profeet Jeremia: „Zoekt de vrede van de stad waarheen Ik u gevankelijk heb doen wegvoeren, en bidt voor haar tot de HEERE; want in haar vrede zult gij vrede hebben” (Jeremia 29:7). Voor Daniël betekende dat een prominente positie in het landsbestuur van Babel. Voor de gewone Israëliet hield dat in dat die zich „gewillig moet onderwerpen (…) en daarvan ook een bewijs zou geven in zijn gebeden”, zoals de reformator Calvijn bij deze tekst opmerkt.

Daarin ligt een les voor vandaag. Als de Israëliet in ballingschap zich moest onderwerpen aan de Chaldeeën, die echt geen lieverdjes waren, dan moeten wij „niet alleen de koningen gehoorzamen onder wier gebied wij zijn, maar hun ook voorspoed toewensen, zodat God getuige is van onze gewillige onderwerping”, schrijft Calvijn verderop in zijn Bijbelverklaring.

Voor ons betekent dat deze week dat onze pelgrimage langs de stembus gaat, niet in ontevredenheid en in opstand tegen een regering. Maar zoekend wat de vrede dient van ons land. En biddend voor hen die in hoogheid zijn, „opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid” (1 Timotheüs 2:2). En vooral uitziend naar het Koninkrijk dat komt.

De auteur is adjunct-hoofdredacteur bij het Reformatorisch Dagblad.