IMF maant kabinet tot zuinig begroten
Het kabinet moet de komende jaren doorgaan met het op orde brengen van de begroting. Dit stelt het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in een analyse van het financieeleconomische beleid van de regeringBalkenende.
Het ministerie van Financiën bracht de analyse maandag naar buiten.
Het IMF noemt de Nederlandse inspanningen op het gebied van de overheidsfinanciën in de afgelopen jaren indrukwekkend”, maar herinnert het kabinet er ook aan dat het overheidssaldo per jaar met gemiddeld 0,5 procentpunt moet verbeteren om voorbereid te zijn op de vergrijzing. Dit is in lijn met afspraken die in Europees verband zijn gemaakt, maar waar vele landen moeite mee hebben doordat de economische groei is teruggevallen.
Om de financiën te versterken, meent het IMF dat eenmalige meevallers alleen kunnen dienen voor het aflossen van de staatsschuld en het terugdringen van het begrotingstekort. Dit uitgangspunt moet beter in beleidsregels worden verankerd, zo staat in de analyse.
Het IMF vindt verder dat de rijksoverheid een beter inzicht moet krijgen in de financiën van de lokale overheden. Dit om eventuele negatieve verrassingen te voorkomen.
De IMFeconomen, die Nederland de afgelopen twee weken hebben bezocht, stellen dat het fundament van de Nederlandse economie is versterkt. De economie kan daarom volgend jaar met meer dan 2 procent groeien tegen een periode van nagenoeg economische stilstand de afgelopen vier jaar. Voor dit jaar verwacht het IMF een groei die in de buurt komt van die in 2004. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) raamde onlangs de groei over het afgelopen jaar op 1,4 procent.
Het IMF, dat voor stabiliteit moet zorgen van het internationale monetaire systeem, meent wel dat het beleid van de regeringBalkenende niet kan verslappen. Er moet daarom doorgegaan worden met hervormingen van de WAO.
Een hogere werkloosheidsuitkering in de beginperiode, zoals de SociaalEconomische Raad nu voorstelt, is volgens het IMF alleen te rechtvaardigen als daar een forse bekorting” van de totale WWperiode tegenover staat. De instelling uit Washington denkt daarbij aan minder dan drie jaar.