Dat schrijft de minister in een brief die maandag naar de Tweede Kamer is verstuurd. Nederland heeft nu een beperkte voorraad van ongeveer 225.000 kuren met antivirale middelen (ook wel virusremmers genoemd). Op advies van de Gezondheidsraad besloot de minister al eerder dat deze medicijnen alleen gebruikt mogen worden voor de behandeling van mensen die ziek zijn geworden door het griepvirus, om de voorraad zo effectief mogelijk te gebruiken.

Als er sprake is van een grootschalige uitbraak, of de pandemie manifest is moet de minister iedere Nederlander met griepverschijnselen binnen 48 uur deze virusremmers geven, stelde de gezondheidsraad. Hoogervorst sluit zich daar nu bij aan. Het kabinet heeft hem vorige week geld toegezegd om de daarvoor nodige voorraad van antivirale middelen in te slaan. De kans is groot dat dit Tamiflu wordt, maar de minister sluit nog niet helemaal uit dat hij Relenza koopt.

De beste manier om mensen te beschermen tegen een wereldwijde griepepidemie is echter een vaccin. Hoogervorst onderhandelt momenteel met vaccinfabrikanten over een ’verzekeringscontract’. Dat moet Nederland garanties geven dat de fabrikanten een griepvaccin zo snel mogelijk na de uitbraak van een grieppandemie leveren.

„Dat zal overigens minimaal zes tot acht maanden na het begin van de grieppandemie zijn. Zo lang duurt het om een nieuw vaccin in grote hoeveelheden te maken", schrijft hij de brief.

Een pandemie wordt veroorzaakt door een tot dan toe onbekende virusstam waar nog geen vaccin tegen bestaat. Vooraf maatregelen treffen is dus buitengewoon moeilijk.