„Koninkrijk van God groter dan mijn kamer”
„Binnen de eenheid waar Jezus om bad in het hogepriesterlijk gebed moet ruimte zijn voor elkaar. Hoewel eenheid geen uniformiteit is, hoeven beleving en overtuiging geen belemmering te zijn voor relaties in de bediening.”
Dat zei Henk Dik zaterdag op de gemeenteontwikkelingsconferentie van de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten (VPE), in Urk.
Dik, een van de voorgangers van de 400 leden tellende Evangelische Gemeenschap in Roosendaal, zei in zijn „sektarisch” verleden geen enkele relatie te hebben gehad met andere gelovigen. „We waren op alles tegen, niets mocht, we waren totaal geïsoleerd.”
Door zijn contacten met Operatie Mobilisatie in Nederland en de start van de Continental Singers leerde hij over eigen muren heen te kijken. In de Volle Evangelie Gemeenschap in Rotterdam leerde hij naar zijn zeggen sterke relaties te bouwen in onderlinge gemeenschap.
Aan het begin van de conferentie begroetten de deelnemers elkaar dan ook in de naam van Jezus en baden zij met opgeheven handen om zegen en vernieuwing onder aanroeping van de Heilige Geest.
Voorganger Dik verwees naar Romeinen 1 vers 11 en 12, waar Paulus zegt ernaar te verlangen elkaar te ontmoeten en te laten delen in geestelijke gaven, om door elkaar bemoedigd te worden. In Handelingen 28 vers 15 zegt hij dat hij God dankte en moed vatte toen hij zijn discipelen zag.
Sprekend over het werkelijke belang van relaties in de bediening zei Dik dat relaties „laten zien dat het Koninkrijk van God groter is dan mijn studeerkamer, groter dan de gemeente die ik mag dienen en groter dan de plaats waar ik woon.”
Relaties geven ook gelegenheid om meer vertrouwelijk met broeders en zusters om te gaan, zei hij. Ten slotte wees hij erop dat relaties een antwoord zijn op het gebed van Jezus om eenheid. „Laat hen allen één zijn, opdat de wereld gelooft dat Gij Mij gezonden hebt.” Godsvrucht zonder liefde voor de broeders en zusters stelt volgens Dik niets voor.
Voorganger Peter Rothuizen zei dertien nieuwe gemeenten te hebben mogen stichten. Dat deed hij onder het motto ”Van stem tot start”. „Ik deed dat door de stem van de Heer te verstaan en er bevestiging op te verkrijgen”, zei hij. „De Heer is een sprekende God. Hij doet dat door dromen, profetie, door beelden of door een tekst uit de Bijbel. Zo heeft hij mij geroepen nieuwe gemeenten te stichten. Ik ben er daardoor van overtuigd dat God wil dat er nieuwe gemeenten worden gesticht, maar we moeten waken voor een verkeerde start.”
Volgens Rothuizen worden er te vaak nieuwe gemeenten gesticht omdat gemeenteleden of -leiders het oneens zijn met de koers van een gemeente. Ze splitsen zich af en beginnen opnieuw op een verkeerd fundament.
Hij gaf een groot aantal adviezen over hoe men een nieuwe gemeente moet stichten. „Verval nooit in oppervlakkige prediking. Maak er geen entertainment van”, zo luidde zijn waarschuwing. Op het moment dat de conferentiegangers baden voor nieuwe gemeenten, raakten ze in extase.
Machiel Jonker, voorganger van de pinkstergemeente Sjaloom in Heerhugowaard, bood een praktische handleiding aan leiders hoe ze gemeenteleden kunnen helpen de doop in de Heilige Geest te ontvangen en vervolgens uit te gaan in de kracht van de Heilige Geest. Veel waarde zei hij te hechten aan kleine groepen. Dat helpt volgens hem de angstfactor te overwinnen en schept een veilige omgeving om ervaringen in de leiding van de Heilige Geest met elkaar te delen.