Goedkope kwaliteitswijnen in Zuid-Afrika
De wijn van de gerespecteerde Koöperatieve Wijnbouwersvereniging (KWV) was tijdens de apartheidsjaren niet te koop in de buitenlandse drankwinkels, zelfs niet toen Zuid-Afrikaanse wijnen in het algemeen nog vrijelijk verkocht werden, in de jaren zestig en zeventig. Nu vervult het bedrijf een voortrekkersrol in het ”black empowerment”-beleid dat president Thabo Mbeki heeft ontworpen.
In de jaren van de apartheidsregering verschenen de KWV-flessen in het buitenland alleen op de tafels van Zuid-Afrikaanse diplomaten, wat een extra voorname air aan het toch al elitaire merk verleende. Maar thans zijn de KWV-wijnen overal te koop, zelfs in Nederlandse supermarkten, waar zij qua prijs wedijveren met andere Zuid-Afrikaanse kwaliteitswijnen, zoals Meerlust.
De KWV, een geheel particulier consortium van onafhankelijke wijnmakers, heeft in Zuid-Afrika het voortouw genomen in het ”black empowerment”-beleid van de regering-Mbeki. Dat beleid bepaalt dat het afgelopen moet zijn met de blanke heerschappij over de economie. Zwarte Zuid-Afrikanen zijn dan ook op grote schaal bezig, al dan niet met financiële steun van de overheid, zich in allerlei takken van het bedrijfsleven in te kopen.
Vandaar dat de KWV 26 procent van zijn aandelen aan een zwart consortium heeft verkocht. Overigens tot woede van de grootste zwarte vakbond van het land, Cosatu, die zegt dat slechts veertien „toch al rijke bozo’s” de vruchten plukken van deze aandelenportefeuille. „Van dit aandeel in ’s lands rijkste wijnbedrijf vloeit niets terug naar de duizenden mensen die de druiven verbouwen en plukken”, aldus Cosatu.
De vakbond is veel meer te spreken over het geslaagde experiment op een wijnboerderij in de Kaapse plaats Elgin, het centrum van Zuid-Afrika’s fruitgebied. Daar heeft een gepensioneerde chirurg, Paul Cluver, die het maken van wijn als zijn hobby beschouwt, 100 hectare grond overgedragen aan zijn 134 arbeiders. Een aangrenzende 100 hectare heeft Cluver gepacht van de overheid en eveneens aan zijn werkers gedoneerd. De arbeiders hebben 70 procent van de aandelen in handen, de overheid en Cluver delen de rest.
Onder de merknaam Thandi worden rode en witte wijnen geproduceerd, speciaal voor de export, en dan met name naar Groot-Brittannië, waar supermarktketens zoals Tesco en Sainsbury het merk verkopen. Bovendien exporteert Thandi grote hoeveelheden appels, peren en pruimen, voornamelijk naar Europa en het Verre Oosten. Thandi is wat ”black empowerment” betreft een succesverhaal.
Hetzelfde kan worden gezegd van het bekende Zuid-Afrikaanse wijnmerk Boschendal even buiten de stad Franschhoek. Boschendal, makers van zeer goede witte en rode wijnen alsook brandy, grappa en andere wijnderivaten, is sinds kort voor 35 procent in handen van een zwart consortium.
Het is een dure onderneming om een wijnfarm te starten. In de huidige marktomstandigheden kost het opstarten van een wijnbouwbedrijf op 100 hectare grond zo’n 100.000 rand, ongeveer 14.000 euro. Het duurt minstens drie jaar voordat de eerste wijn kan worden gebotteld. Met de hoge rentevoet in Zuid-Afrika is het een kostbare aangelegenheid om geld te lenen en bovendien zijn de banken niet erg happig om aankomende wijnmakers kapitaal te verschaffen: je moet maar afwachten of het een succes wordt, één hagelbui per seizoen is genoeg om de hele oogst te vernietigen. Daarom heeft de overheid heeft de financiering grotendeels overgenomen.
Tussen 1999 en 2001 zijn meer dan honderd nieuwe wijnbedrijven gesticht. Alle Zuid-Afrikaanse wijnmakers produceren op dit moment samen 750 miljoen liter wijn per jaar, waarvan iets meer dan eenderde is bedoeld voor de export. Zuid-Afrikaanse wijnbedrijven verschaffen direct en indirect werk aan 260.000 mensen.
In de Kaap, waar zich de meeste wijnbedrijven bevinden, zijn de grondprijzen aan het stijgen, voornamelijk door buitenlandse kopers die met hun sterke euro’s best wat meer willen betalen dan plaatselijke belangstellenden. In het jaar 2000 kochten slechts vijf zwarte boeren wijnbouwgrond tegen veertig buitenlanders, voornamelijk Europeanen. In hectares uitgedrukt: in 2000 werd 939 hectare wijnbouwgrond door Zuid-Afrikaanse boeren opgekocht tegen 2343 hectare door buitenlandse kopers.
De rand staat op dit moment sterk. Sinds 2001 is de munt met zeker 30 procent in waarde toegenomen ten opzichte van de euro en zelfs nog meer ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Dat betekent dat de Zuid-Afrikaanse export duurder is geworden. Zuid-Afrikaanse wijnen hebben de laatste jaren dan ook grote moeite om te concurreren met wijnen uit bijvoorbeeld Australië en Chili.
Voor veel wijnproducenten betekent dit gewoonweg een ramp. Op dit moment zitten hun opslagtanks vol rode wijn, waar de buitenlandse markt voornamelijk om vraagt. Als ze die gaan uitvoeren tegen sterk verlaagde prijzen werken ze met verlies. Daarom hebben velen besloten hun rode wijn op de lokale markt te verkopen. Het gevolg is een enorm wijnmeer in Zuid-Afrika zelf én sterk gedaalde prijzen voor goede kwaliteitswijnen, die labels vertonen waarop staat dat ze voor de export bestemd waren, compleet met de naam van Britse, Duitse en Nederlandse wijnimporteurs.