Hoewel vrijwel alle Europese vorstenhuizen vrijdag aanwezig waren bij de begrafenis, werd Nederland vertegenwoordigd door premier Balkenende. Ruim 30 procent van de Nederlanders vindt het een juiste beslissing dat het Koninklijk Huis niet naar de begrafenis ging. Van de rooms-katholieke Nederlanders vindt een overgrote meerderheid van 80 procent dat dit een onjuist besluit was. Van hen meent 58 procent dat het een belediging voor rooms-katholieke Nederlanders is.

Een meerderheid van 57 procent heeft begrip voor de uitspraken van oud-premier Van Agt, die het besluit van het Koninklijk Huis donderdag bekritiseerde. CDA’er Van Agt noemde het een belediging dat het koningshuis niet naar de begrafenis van de paus ging. Ook sprak hij van een „affront” jegens de vele rooms-katholieken in Nederland. Ook oud-premier De Jong gaf van zijn ongenoegen over de gang van zaken blijk.

Vice-premier Zalm vindt echter de kritiek van oud-premier Van Agt „overtrokken.” „Het is nog nooit gebeurd dat Nederland zo’n hoge vertegenwoordiger heeft gestuurd”, zei Zalm vrijdag na afloop van de ministerraad.

„De vorige keer toen er een paus overleed, in 1978, was Nederland vertegenwoordigd door zijn ambassadeur en de keer daarvoor door de minister van Buitenlandse Zaken. In die tijd was Van Agt premier. Van Agt zou dus zeer tevreden moeten zijn over het feit dat dit kabinet meer doet dan hij destijds. Wij sturen de hoogste politieke baas van Nederland”, aldus Zalm, die er met een serieus gezicht aan toevoegde: „Hij heeft er zelfs de ministerraad voor laten schieten.”

Dat leden van veel andere Europese vorstenhuizen vrijdag wel aanwezig waren, alsook de president van de Verenigde Staten, vermocht Zalm vrijdag niet uit het veld te slaan. „Blijkbaar heeft Bush geen vergadering op vrijdag.”

Premier Balkenende noemde de begrafenisplechtigheid vrijdag „ontroerend en indrukwekkend om mee te maken.” De minister-president noemde het „ongetwijfeld een van de hoogtepunten in mijn leven.”