Evangelische leiders vragen om vergeving
Evangelische leiders uit 38 Europese landen hebben woensdag in de Hongaarse hoofdstad Boedapest om vergeving gevraagd voor hun betrokkenheid bij misstanden in naam van het christelijk geloof.
Ze zetten deze stap aan het einde van het congres ”Hope 21 - Hoop voor Europa”, waar ruim duizend evangelisten en andere evangelische christenen over de toekomst van Europa spraken. „Alleen als wij de fouten van het verleden erkennen, kunnen we met zekerheid de toekomst en onze visie van hoop voor Europa tegemoet treden”, zei congresmanager Jeff Fountain.
In het slotdocument uiten de leiders „berouw over zonden” zoals racisme, nationalisme en onrechtvaardigheid. Hun betrokkenheid bij de samenleving zou worden verhinderd door arrogantie, een trots Europees gevoel en „onverschilligheid ten aanzien van wereldwijd lijden en onrechtvaardigheid en vooroordelen over (etnische) minderheden.”
De vooral uit mannen bestaande leiding belooft verder een betere behandeling van vrouwen omdat die dikwijls onvoldoende bij evangelische activiteiten zouden worden betrokken.
De omstreden rol van kerken tijdens de holocaust wordt niet genoemd. Hiervoor vroegen Duitse evangelische christenen al eerder vergeving, aldus Fountain.
Kerken in Hongarije hebben na de ineenstorting van het communisme in dat land door hun maatschappelijke betrokkenheid weer een groot deel van hun positie teruggekregen, zo meldde de Hongaarse staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Zsolt Nemeth, tijdens het congres. „Maar het is veel moeilijker een natie geestelijk te vernieuwen dan haar economisch op de rails te krijgen.”
Het gemeenschappelijke Europa zou meer moeten zijn dan een grote, vrije markt, zei Nemeth. Het zou moeten worden gevormd door „universele waarden”, zoals tolerantie en menselijke waardigheid. Het christelijke geloof zou de „enige religie dienen te zijn, waarbij de waarheid en liefde hand in hand gaan.”