Air Exel sprak met een buitenlandse investeerder over een financiële injectie. Het was de bedoeling dat de maatschappij in april weer het luchtruim zou kiezen. Het faillissement betekent volgens directeur H. Prins van Air Exel niet het definitieve einde van de onderneming.

De doorstart heeft volgens Prins echter vertraging opgelopen. Het blijkt moeilijker te zijn om vliegtuigen en vergunningen te regelen dan verwacht. Het is niet mogelijk voor 1 mei Air Exel te laten vliegen. Wegens de vertraging hebben de directie en de bewindvoerders besloten faillissement aan te vragen.

Prins: „Er zijn allerlei kosten verbonden aan surseance. Dat gaat ten koste van de crediteuren en dat mag niet van de wet. We werden dus eigenlijk gedwongen faillissement aan te vragen”. Hij verwacht wel dat Air Exel uiteindelijk weer gaat vliegen. Inmiddels hebben meerdere potentiële investeerders zich gemeld, aldus Prins.

Het faillissement is volgens Prins een grote klap voor het personeel. De meeste werknemers krijgen waarschijnlijk straks een baan aangeboden, lichtte hij toe. De doorstart kost zoals het er nu naar uit ziet ongeveer 69 banen.

Vakbond De Unie heeft weinig vertrouwen meer in de uitspraken van Prins. „Hij heeft de laatste tijd verwachtingen gewekt die niet zijn uitgekomen. Het kaartenhuis van Air Exel is inmiddels verder ingestort”, zei bestuurder M. Rog. Hij spreekt van „Prins-redeneringen” waarvan het waarheidsgehalte onduidelijk is.

Als het al tot een doorstart komt, staan de arbeidsvoorwaarden van het personeel onder druk, stelt De Unie. De vakbond houdt donderdagavond ledenvergaderingen. Daaruit moet blijken welke stappen genomen kunnen worden.

Air Exel maakt onderdeel uit van ExelAviationGroup van onder meer zakenman Erik de Vlieger. De maatschappij verkeert al enige tijd in financiële nood.