Cultuur & boeken

Merkwaardige dorpsgeschiedenis

Titel:

Arjan Nobel
6 April 2005 15:18Gewijzigd op 14 November 2020 02:24

Klaaswaal. Beeld van een verdwenen wereld
Auteur: J.P. Bijl
Uitgeverij: Blassekijn, Bleskensgraaf, 2004
ISBN 90 77234 15 2
Pagina’s: 528
Prijs: € 34,50. Klaaswaal is een bijzonder dorp. De geschiedenis van dit plaatsje, gesticht in de zestiende eeuw, kan aan de hand van archiefmateriaal vanaf het ontstaan gevolgd worden. J. P. Bijl beschreef de geschiedenis van zijn geboortedorp. Een boek over het leven, denken en handelen van ’gewone’ mensen.

Het dorpje Klaaswaal was niet geliefd bij predikanten. De Delftse proponent Johannes Lodenstein werd in 1602 door zijn vader aangeraden geen beroep naar dit gehucht aan te nemen vanwege de „ongelegentheyt van de plaetse.” Dominee Lieven Jansz. de Raedt wilde een jaar later wel naar Klaaswaal komen. Voorwaarde was wel dat hij zich in Dordrecht mocht vestigen, aangezien zijn vrouw „nyet gesint” was om in het dorp te wonen. Nog hetzelfde jaar vertrok De Raedt, nadat hij een beroep had aangenomen naar een andere plaats.

Waarom de predikanten bedenkingen tegen Klaaswaal hadden, wordt duidelijk uit ”Klaaswaal. Beeld van een verdwenen wereld”. Hierin beschrijft J. P. Bijl het ontstaan en de ontwikkeling van Klaaswaal, een dorpje gelegen in het zuiden van Holland. Het mag zeker wel bijzonder worden genoemd dat de geschiedenis van een dorp vanaf het allereerste begin is te volgen. De oudste bewoners van het gebied woonden op hillen of terpen, totaal afgescheiden van de bewoonde wereld. Na de bedijking van de polder Westmaas-Nieuwland in 1539 ontstond het dorpje Claeswael. In het gebied vestigden zich een paar boeren en wat arme arbeiders.

In 1566 werd een klein kerkje gebouwd, dat echter dertien jaar later al voor het „merendeel geruyneerd” was. Het leven in het dorp was hard, de verdiensten waren mager en vooral in de wintermaanden was het dorpje totaal geïsoleerd van de omgeving.

Eentonig bestaan
Door inpolderingen in de zeventiende eeuw groeide het bewoonbare gebied. Er kwamen steeds meer mensen en na de bedijking van de Numanspolder in 1642 ontstond een tweede dorp, Numansdorp. Langzaam maar zeker ontwikkelden zich in de pasgestichte dorpen een bestuurlijke organisatie en een systeem van armenzorg. Onverharde wegen in de dorpen werden voorzien van straatstenen en langs de dijken werden bomen geplant.

Het dagelijks leven van de inwoners van Klaaswaal was eentonig. Velen vonden een baan als arbeider bij een van de boeren in de omgeving. Niet alleen ouderen, maar ook kinderen namen deel aan het arbeidsproces. Wanneer men al naar school ging, dan was het vaak maar voor enkele jaren. Hoogtepunten in het harde bestaan waren de jaarlijkse kermis en de paardenmarkt.

De achttiende eeuw was een tijdperk van veranderingen en tegenslagen. Veepest, een belastingoproer en als dieptepunt de komst van de Fransen rond 1795.

Breed publiek
”Klaaswaal. Beeld van een verdwenen wereld” is een dorpsgeschiedenis voor een breed publiek. Het boek is thematisch opgezet en wordt afgesloten met een lijst van bezochte archieven en een literatuurlijst. Uit de literatuuropgave wordt direct al duidelijk dat de auteur niet goed op de hoogte is van de bestaande literatuur. Verschillende artikelen over de geschiedenis van Klaaswaal ontbreken in het overzicht.

Belangrijker is de afwezigheid van de inmiddels klassiek geworden studie van A. Th. van Deursen over het dorp Graft. Bijl had dit boek bijvoorbeeld goed kunnen gebruiken bij zijn beschrijving van de diaconie-uitkeringen. Nu geeft hij een opsomming -overigens een van de vele- van maar liefst twee pagina’s met opvallende posten uit de diaconierekening. Wanneer hij Van Deursen had gelezen, had hij zich kunnen beperken tot enkele voorbeelden en als conclusie kunnen vermelden dat in de zeventiende en achttiende eeuw de mate van solidariteit vaak werd bepaald door de geografische afstand. Met andere woorden, de inwoners van Klaaswaal hadden in de regel meer over voor de eigen arme dorpelingen dan voor armen en behoeftigen elders in Holland of de Republiek.

Het boek van J. P. Bijl is niet alleen een opsommerig geheel van feiten, maar bevat ook verschillende herhalingen. Zo wordt bijvoorbeeld op pagina 445 voor de zesde keer de grafzerk van schout Willem Ketting beschreven. Dat is vervelend, maar veel slordiger zijn de talloze fouten die het boek ontsieren. Zo heet bijvoorbeeld de Amsterdamse hoogleraar (blz. 525) Willem Frijhoff en geen Frijthof; het op dezelfde pagina genoemde boek van H. A. den Hartigh heeft als titel ”In zoete mijmerij” en niet ”In zoete mijmering”, en Gerard Numan overleed in 1500 en niet in 1505 (blz. 366).

Driekleur
Uit het hele boek is merkbaar dat Bijl slechts selectief archiefonderzoek heeft verricht. Zo concludeert hij met grote stelligheid dat de oudst bewaard gebleven bron die iets zegt over de Nederlandse driekleur op de toren van Klaaswaal, dateert uit 1799. Echter, ook al tijdens de restauratie van het stadhouderlijk gezag in 1788 wapperde de vlag op de Klaaswaalse toren. Dat is een kleinigheid, erger is het dat de auteur bij het beschrijven van de bestuurssituatie niet het verschil lijkt te zien tussen een schout en een burgemeester. In de achttiende eeuw was er in de ambachtsheerlijkheid Cromstrijen één schout, die zorgde voor rust en orde en optrad als aanklager bij rechtszaken. Zowel Klaaswaal als Numansdorp had tevens een eigen burgemeester. Zij hielden toezicht op de openbare werken en voerden, samen met de schout, de schouw uit over sloten, greppels, haardsteden en andere zaken.

”Klaaswaal. Beeld van een verdwenen wereld” is een merkwaardige dorpsgeschiedenis, geschreven op basis van historische feiten, aannames van de schrijver en mondelinge overlevering. Het lijkt erop dat Bijl alle beschikbare gegevens over zijn geboortedorp heeft willen bundelen in boekvorm. Volgens de auteur balanceert de schrijver van een dorpsgeschiedenis „tussen de rol van historicus en streekromanschrijver.”

Wellicht heeft hij hierbij een aanpak voor ogen gehad zoals Geert Mak dat heeft gedaan in ”Hoe God verdween uit Jorwerd”. Er is niets mis met het schrijven van een dorpsgeschiedenis zonder voetnoten. Maar dan moeten de feiten wel kloppen, want ook schrijvers die de lokale geschiedenis aan een breed publiek willen vertellen, zijn gebonden aan de spelregels van de geschiedschrijving.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer