De bewindsman is daar echter vooralsnog niet toe bereid, bleek dinsdag tijdens overleg met de Tweede Kamer. Hij wil hoogstens spreken over „een aandoening.”

Patiëntenorganisaties eisen dat de regering de ziekte officieel erkent. Ze denken dan vaker in aanmerking te komen voor bijvoorbeeld een uitkering. Volgens de minister krijgen ME/CVS-patiënten al vaak een uitkering. In dat opzicht is er dus geen noodzaak om tot officiële erkenning over te gaan, meent de bewindsman. Verder vindt hij de wetenschappelijke onderbouwing van het ziektebeeld onvoldoende. Hij zegt bang te zijn dat patiënten zich bevestigd voelen in hun ziek zijn als de overheid hun aandoening officieel erkent. Hoogervorst wil juist dat patiënten zich richten op herstel, en via therapie proberen hun situatie te verbeteren.

De Gezondheidsraad adviseerde de minister kortgeleden om de aandoening wel te erkennen. Ook de Kamer vindt dat mensen meer kans hebben om beter te worden als hun omgeving, en de overheid, hun medische problemen als ziekte erkent. De patiënten zouden daar rustig van worden en juist meer energie krijgen om te werken aan herstel. Bovendien hebben eerdere kabinetten ME al indirect erkend. Zo verwees toenmalig staatsscretaris Linschoten in 1995 naar de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), die ME wel beschouwt als een serieuze ziekte.

Nederland telt zo’n 30.000 mensen met ME. Minister Hoogervorst en de Tweede Kamer praten binnenkort verder over de kwestie.