In bijna alle westerse landen wordt een jaarlijkse prik bij kinderen met astma geadviseerd. Toch zijn er grote verschillen in vaccinatiegraad en geven huisartsen, kinderartsen en longartsen wisselende adviezen.

Bueving constateert dat er weinig wetenschappelijke motieven zijn voor deze vaccinatie. „Op dit moment wordt 50 tot 60 procent van kinderen met astma gevaccineerd. Als vaccinatie zinvol is, is dit percentage te laag; als vaccinatie niet zinvol is, is het te hoog.”

Uit onderzoek van de afdeling huisartsgeneeskunde van het Erasmus Medisch Centrum blijkt dat de vaccinatie geen afname van het aantal astma-aanvallen die door griep zijn veroorzaakt tot gevolg heeft. Ook draagt de vaccinatie niet bij aan een vermindering van de ernst en evenmin aan een verkorting van de duur van de aanvallen. Wel was de kwaliteit van leven van de kinderen met een prik beter. Afgezien van een pijnlijke rode arm heeft de vaccinatie geen bijwerkingen.

Uit literatuuronderzoek maakt Buevink op dat griep bij kinderen gemiddeld genomen minder vaak voorkomt en minder ernstig is dan veelal wordt gedacht. Gemiddeld genomen komt influenza bij kinderen tussen de 0 en 19 jaar rond de 5 procent per seizoen voor en bij kinderen van 0 tot 5 jaar rond de 9,5 procent.