SER: meer waarborgen inbouwen in dienstenrichtlijn
De Sociaal–Economische Raad (SER) staat positief tegenover invoering van de omstreden Europese dienstenrichtlijn. Wel moeten er meer waarborgen worden ingebouwd dat de richtlijn het geldende arbeidsrecht niet doorkruist. Daar komt in het kort het ontwerpadvies op neer dat de SER maandag heeft gepresenteerd.
Vorige maand betoogden in Brussel tienduizenden mensen tegen de richtlijn, die inhoudt dat aanbieders van diensten makkelijker overal in Europa terecht kunnen en dat zij vallen onder de regelgeving van het land van oorsprong. De betoging was georganiseerd door de Europese vakbondsorganisatie ETUC. De tegenstanders vrezen ’sociale dumping’: dienstverleners uit landen met lage lonen zouden het werk overnemen van werknemers in landen met betere CAO’s. Vooral in Frankrijk is het verzet tegen de richtlijn groot en de Europese regeringsleiders hebben al aangegeven rekening te houden met de kritiek.
De vrees voor sociale dumping is volgens P. Slot, voorzitter van de SER–commissie die het advies heeft voorbereid, niet echt gegrond. Inmiddels zijn er Europese regels die dat ondervangen. Werknemers die bijvoorbeeld vanuit andere EU–lidstaten in Nederland zijn gedetacheerd, vallen ook onder het Nederlandse arbeidsrecht. Voor hen gelden dus ook het minimumloon, de arbo–regels en het minimumaantal vakantiedagen. In de bouw geldt ook voor hen de bouw–CAO. In de Tweede Kamer ligt een wetsontwerp dat dit moet uitbreiden naar alle andere CAO’s.
De vakcentrale FNV deed aan ook de betoging in Brussel mee. Echter ook de vakcentrales in de SER zien de voordelen van een vrij verkeer van diensten, aldus Slot. Dat biedt Nederlandse dienstverleners kansen in andere landen en andersom. Nu lopen zij vaak tegen een woud van plaatselijke regels aan. De dienstenrichtlijn stelt dat als iemand in eigen land aan de eisen voldoet, hij ook elders in de EU zijn diensten mag verlenen.
Wel willen de vakcentrales waterdichte garanties dat de arbeidsvoorwaarden hier recht overeind blijven. Het SER–advies is op dit punt verdeeld. Vice–voorzitter Jongerius van de FNV beschuldigt in een reactie de werkgevers ervan dat ze gedetacheerd personeel uit andere EU–landen slechter willen behandelen dan Nederlandse werknemers. „De werkgevers willen Nederlandse en buitenlandse werknemers tegen elkaar uitspelen".
De CNV stelt als harde eis dat dienstverleners uit andere EU–landen onder de Nederlands CAO’s vallen.
In het ontwerpadvies pleit de SER verder voor een overgangsperiode tot 2010 waarin lidstaten maatregelen kunnen nemen tegen dienstverleners uit andere landen wanneer het algemeen belang daartoe noopt.