Terri Schiavo overleden
Na een langdurige strijd is donderdagavond een einde gekomen aan het leven van Terri Schiavo. De juridische gevecht betrof de vraag of mevrouw Schiavo wilde blijven leven. Tegen de broer van haar echtgenoot Michael zou ze in de jaren tachtig gezegd hebben dat ze niet via kunstmatige ademhaling in leven gehouden wilde worden. Iets dergelijks heeft ze gezegd nadat ze een film had gezien waarin een ongeval met een duiker voorkwam. Haar echtgenoot verzamelde vier van dit soort uitspraken, waarop uiteindelijk besloten werd dat de kunstmatige voeding gestopt mocht worden. Dertien dagen later overleed ze.
Tegenover het relaas van Michael staat de bewering van Terri’s vriendin, die ooit samen met haar naar een film keek over een comapatiënte die al zes jaar kunstmatig beademd werd. Terri verzette zich toen hevig tegen een grap van haar vriendin en zei: „Zolang er leven is, is er hoop.”
Uit allerlei ooggetuigenverslagen lijkt af te leiden dat Terri wilde blijven leven, maar niemand zal dat nu nog onomstotelijk kunnen vaststellen. Haar beweringen over kunstmatige beademing zeggen weinig over de vraag of zij liever zou sterven door uitdroging dan voedsel krijgen via een sonde. Toch was het niet moeilijk geweest om haar, na het loskoppelen van de voedingssonde, drinken aan te bieden. De sonde diende alleen om te voorkomen dat ze zich zou verslikken bij het voeden via de mond. Ze was in staat zelfstandig te slikken. Als ze nadrukkelijk het water en voedsel geweigerd had, zou dat een aanwijzing geweest zijn voor haar wens om te sterven. Maar ook die mogelijkheid is haar ontnomen: een jochie van een jaar of tien die een beker water wilde brengen, werd geboeid weggevoerd.
Bij de discussie over Terri Schiavo is vaak sprake geweest van begripsverwarring. In veel media is zij aangeduid als comapatiënt. In de hele strikte zin van het woord is dat terecht. Een coma is een functiestoornis van de hersenen: een deel van de hersenen werkt niet of niet voldoende. Dat kan leiden tot een chronisch coma, waarbij een patiënt alleen reflexen heeft, zoals slik- en adembewegingen. Van herkenning van de omgeving of van bekenden is dan geen sprake. Bij mevrouw Schiavo was dat echter wel het geval. Zij was ontwaakt uit haar coma, leefde verder met een ernstig verstandelijke handicap en kon haar wil niet uiten. Een recente publicatie in het vakblad Neurology geeft aan dat veel van deze patiënten wel observeren wat er in hun omgeving gebeurt. Het is zelfs niet uitgesloten dat na tientallen jaren enig herstel optreedt.
Een andere begripsverwarring is dat hier sprake zou zijn van euthanasie. De Nederlandse wetgeving betreft het toestaan van euthanasie bij uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Comapatiënten lijden in het algemeen niet, en ook bij mevrouw Schiavo was zeker geen sprake van ondraaglijk lijden. Het onthouden van water en voedsel aan Terri gaat verder dan euthanasie en is te vergelijken met het doden van een wilsonbekwame patiënt.
Het is wrang dat Terri de speelbal is geworden van de machtsstrijd tussen de Amerikaanse rechterlijke macht en het Witte Huis, maar het is in het belang van andere wilsonbekwamen als de politieke strijd hierover doorgaat.