In 2022 zijn bij Van Lienden en zijn zakenpartners Bernd Damme en Camille van Gestel gegevensdragers in beslag genomen. Documenten waar een zogenoemd verschoningsrecht op rust, mogen niet worden ingezien door FIOD-medewerkers en het Openbaar Ministerie.

Tijdens een zitting vorige week, zei de geheimhoudersofficier dat tijdens het onderzoek niet was „gelogd”. „Misschien kan je zien wie in welke case is geweest, maar niet wie welke mail heeft gezien.” De log om dat bij te houden, was volgens haar niet aangezet. „Er was ook geen wettelijke verplichting destijds om dat te doen”, zei ze.

Deze kwestie speelt in de strafzaak tegen de drie compagnons. Het OM vervolgt de drie ex-bestuurders van de stichting voor oplichting, verduistering, valsheid in geschrifte en witwassen. De rechtbank wil „ergens in juni of juli” een nieuwe zitting plannen, ook om de mogelijke gevolgen van de recente uitspraak in de civiele zaak te bespreken. In die zaak besloot de rechtbank Amsterdam dat de drie mannen de miljoenenwinst die ze maakten met de verkoop van mondkapjes moeten terugbetalen aan de Stichting Hulptroepen Alliantie. Er komt een hoger beroep in deze zaak.

Van Lienden had tijdens de coronacrisis publiekelijk aangegeven zonder winstoogmerk te werken bij het vergaren van voorraden mondkapjes. Achteraf bleek dat ze de bestelling van 40 miljoen mondkapjes uitvoerden namens hun commerciële bedrijf Relief Goods Alliance (RGA) in plaats van hun Stichting Hulptroepen Alliantie (SHA). Van Lienden, Damme en Van Gestel hebben zo meer dan 20 miljoen euro winst gemaakt.