Naar verluidt wordt aan een aantal belangrijke Nederlandse voorwaarden voldaan. Zo blijven de lidstaten zicht houden op de uitgaven, gaat het om een tijdelijke regeling en past deze binnen de voor Nederland belangrijke schuldhoudbaarheid.

Niet EU-landen zoals het Verenigd Koninkrijk, Canada en de VS kunnen partnerschappen met EU-landen aangaan voor de productie en aankoop van materieel. Dat geldt ook voor Noorwegen, IJsland en Oekraïne. Gemeenschappelijke aanbestedingen staan ook open voor kandidaat-lidstaten en voor derde landen waarmee de Europese Unie een veiligheids- en defensiepartnerschap heeft. De bijdrage van EU-landen moet minimaal 65 procent zijn. Vooral deelname van niet EU-landen was een heikel punt bij de onderhandelingen.

De leningen kunnen worden aangevraagd voor onder meer de productie en aankoop van munitie, raketten, kleine drones en antidronesystemen. Dat geldt ook voor lucht- en raketverdedigingssystemen, strategische hulpmiddelen zoals strategisch luchttransport, kunstmatige intelligentie en elektronische oorlogsvoering.

Als de lidstaten, hoogstwaarschijnlijk volgende week dinsdag, een officieel besluit nemen is het een kwestie van dagen voordat de regeling wordt opengesteld.

Het Europese Parlement heeft er tot zijn grote onvrede niets over te zeggen, omdat de Commissie voor een noodprocedure heeft gekozen.