Opnieuw stijging aantal abortussen
Het aantal abortussen bij klinieken in West- en Zuid-Nederland is vorig jaar licht gestegen. Dat maakten de Centra voor Anticonceptie, Seksualiteit en Abortus (CASA) in die regio donderdagmorgen bekend.
In de klinieken in Rotterdam, Den Haag, Leiden, Goes, Maastricht en Utrecht werden vorig jaar 9926 zwangerschappen beëindigd. In 1500 gevallen ging het om een abortus na de twaalfde week van de zwangerschap. Daarbij ging het vooral om vrouwen uit het buitenland. In de ons omringende landen is abortus mogelijk tot de dertiende week van de zwangerschap, terwijl in Nederland de grens ligt bij 23 weken.
Het is nog niet duidelijk of de stijging zich ook landelijk voordoet. Dat blijkt naar verwachting over enkele weken, als het jaarverslag van de landelijke abortusregistratie wordt bekendgemaakt. Daarin zijn ook de gegevens verwerkt van de overige abortusklinieken in Nederland.
Een woordvoerster van de Stichting Samenwerkende Abortusklinieken (StiSan), naast CASA het andere samenwerkingsverband van abortusklinieken in Nederland, kan nog niets zeggen over de cijfers van vorig jaar. Volgens haar wordt daarnaar op dit moment nog onderzoek verricht.
CASA kan geen concrete oorzaken aangeven voor de stijging. Het is niet duidelijk of het iets te maken heeft met het verdwijnen van de vergoeding voor de pil uit het ziekenfonds. Wel heeft de organisatie de indruk dat mensen slordig omgaan met anticonceptie.
Volgens CASA nam het aantal zwangerschapsbeëindigingen bij tieners na een jarenlange stijging licht af. Ook vorig jaar bleek weer dat abortus relatief meer voorkomt bij allochtone dan bij autochtone vrouwen.
Woordvoerster Georgette Ledegang van de Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK) betreurt de stijging „helemaal vanwege de preventieve campagnes die de achterliggende jaren zijn gevoerd.” Volgens haar ziet ook de VBOK een stijging van het aantal hulpvragen. Ze kan niet precies zeggen waar die stijging vandaan komt, maar sluit niet uit dat de neergaande economie een rol speelt. „Wij merken in de hulpverlening dat mensen daarmee kampen.” De woordvoerster zegt verheugd te zijn over de vermindering van het aantal abortussen bij tieners.