Asfaltdokters op de A12
De A12, verkeersader tussen Utrecht en Veenendaal, wordt onderhouden. Stiller asfalt, nieuwe verlichting en betere vangrails zijn nodig. Als snelwegarts vindt Rijkswaterstaat dat het traject de diagnose ”verouderd’’ verdient.

Borden worden gerepareerd. Stroken langs het asfalt schoongemaakt. Passages voor fauna onderhouden. Stalen constructies met borden, snelwegportalen, opgeknapt. Snelwegen slijten nu eenmaal.
Een opknapbeurt klinkt opbeurend. Of de gebruikers van de A12 dat ook vinden, is de vraag. Verkeershinder, klinkt het eufemistisch uit de mond van Rijkswaterstaat. En dat is een kluif voor forenzend Nederland. File, vertraging, omleiding – dat frustreert de automobilist.
Toch zijn de wegwerkzaamheden van de mannen in veiligheidskledij onmisbaar. Tussen knooppunt Lunetten en knooppunt Maanderbroek rijden dagelijks 60.000 voertuigen. En sommige in oranje gehulde asfaltverplegers hebben de verantwoordelijkheid voor honderden witte strepen, precies op het wegdek gekwast. Met die markering worden de inhaalacties van bestuurders tenminste in rechte banen geleid.
Maandagochtend vangt in volle vaart de stroom van duizenden voertuigen weer aan tussen Veenendaal en Utrecht. Echter, de werkmannen zullen de pletwalsen slechts kort kunnen stallen. Want Rijkswaterstaat heeft meer in petto; in augustus krijgt dezelfde snelweg opnieuw een onderhoudsbeurt – dan de kant richting Utrecht. De asfaltdokters blijken nog niet klaar met de behandeling van hun patiënt.