Wandelen door historie krijgsmacht

Wie Fort aan den Ham doorkruist, wandelt niet alleen door de geschiedenis van de Nederlandse krijgsmacht, maar proeft ook het hiërarchische reilen en zeilen van de toenmalige bewoners. Ze zijn tot leven gebracht door bestuurslid, kunstenaar en conservator Josephine Douven.

EMG Mediaproducties
9 May 2025 15:17Leestijd 8 minuten
Wie Fort aan den Ham doorkruist, wandelt niet alleen langs de Nederlandse krijgsmacht, maar proeft ook het hiërarchische fortleven van de toenmalige bewoners. beeld VidiPhoto
Wie Fort aan den Ham doorkruist, wandelt niet alleen langs de Nederlandse krijgsmacht, maar proeft ook het hiërarchische fortleven van de toenmalige bewoners. beeld VidiPhoto

Ze wil het zo niet gezegd hebben, maar eigenlijk is het fort haar kindje geworden. Zonder de andere vrijwilligers tekort te doen, komen veel noodzakelijke herstelwerkzaamheden, minutieus geconstrueerde maquettes, verfijnde schilderwerkzaamheden en andere objecten uit haar creatieve handen. Op woensdagen en op iedere tweede zaterdag van de maand wordt er door de vrijwilligers uitgebreid gezwoegd en verbeterd. Publiek is dan eveneens welkom om een kijkje te nemen. Werk aan de winkel is er altijd wel in Fort aan den Ham in Uitgeest.

Het 110 meter lange verdedigingswerk heeft een unieke positie in de 135 km grote Stelling van Amsterdam. Het is het enige van de ooit 42 forten en batterijen dat nog een min of meer militaire functie heeft, vertelt de conservator. „Rijksvastgoedbedrijf is eigenaar en het is een officiële oefenlocatie van Defensie. De Natres traint hier regelmatig. Zowel aan de buitenzijde als binnenkant ziet het er nog vrijwel hetzelfde uit als toen hier militairen gelegerd waren, behoudens dan dat wij alle kamers opnieuw hebben ingericht.”

Onbeschermd

De Stelling van Amsterdam had als oogmerk het beschermen van de hoofdstad. De Brits-Russische invasie van 1799, met als doel de Fransen uit ons land –toen de Bataafse republiek– te verdrijven, liep uiteindelijk vast bij Castricum. Die aanval vanaf de Noordzeekust maakte wel duidelijk dat Amsterdam er relatief onbeschermd bij lag. In de jaren daarna werden er aarden wallen in het gebied aangelegd, zogenoemde lunetten. Dat gebeurde onder leiding van natuurkundige, generaal, waterbouwkundige en later ook minister van oorlog, Cornelius Rudolphus Theodorus baron Krayenhoff.

Door de ontwikkeling van de brisantgranaat bleken grond en stenen geen afdoende bescherming meer te kunnen bieden. Om de hoofdstad beter te beschermen waren sterkere en grotere forten nodig, plus een waterlinie waarachter de verdedigers zich zes maanden lang konden terugtrekken. Door het openzetten van sluizen zou er dan een beschermende ring van 50 cm diep water ontstaan: te ondiep voor boten en tevens onbegaanbaar voor paard en wagen en infanterie. Tijdens de bouwperiode van pakweg 1880 tot 1920 gold het zelfs als de modernste en grootste kringstelling van Europa.

Beton zonder wapening

Fort aan den Ham was oorspronkelijk niet opgenomen in de bouw van de stelling, legt Douven uit. „Omdat het spoor Amsterdam-Alkmaar –met een halte in Uitgeest– op een talud lag tussen de grotere vestingwerken, is het fort gebouwd om deze spoordijk te verdedigen. In 1899 is begonnen met de aanleg van de gebouwen, nadat er al vanaf 1896 aan een ondergrond van duinzand was gewerkt. Er werd beton gebruikt zonder wapening. Na het instorten na een beschieting zouden de soldaten dan namelijk nog kunnen ontsnappen. Gebruik van betonijzer maakt dat een stuk lastiger. Bijkomend voordeel is dat we nu geen last hebben van betonrot. In 1903 is het fort opgeleverd.”

De 1 meter stevige wanden en het 2 tot 4 meter dikke plafond zijn echter nooit beproefd door granaatvuur of bombardementen. Uitgeest met zijn omgeving bleef bewaard voor oorlogshandelingen. Zwaar geschut was in het bastion ook niet aanwezig. „In de kazematten aan de uiteinden van dit fort stonden mitrailleurs en aan de frontzijde bevond zich een 60 mm-kanon van Krupp. Dat konden de kanonniers tijdens het herladen laten zakken als bescherming. Het geschut was alleen bedoeld als verdedigingsvuur. De meeste forten hadden 105 mm kanonnen om een vijand op grotere afstand te kunnen beschieten.”

Preventieve werking

Tijdens de Eerste Wereldoorlog en de mobilisatie van 1938 werd Fort aan den Ham bemand door een volledige bezetting van zo’n 160 militairen. Hoewel Nederland zich in 1914 bewust neutraal hield, was dat vermoedelijk meer te danken aan de sterke verdediging dan aan de politieke keuze van dat moment. Om Frankrijk te kunnen aanvallen moest Duitsland immers om de Franse verdedigingswerken en de Ardennen heen trekken. Daarbij zouden de Lage Landen automatisch slachtoffer kunnen worden van oorlogshandelingen. Uiteindelijk kreeg alleen België te maken met een inval van de Duitse troepen. „Ik vermoed dat de aanwezigheid van onze moderne verdedigingslinies preventief hebben gewerkt. Het had de Duitsers veel tijd en manschappen gekost om ze te veroveren. Door het gebruik van paratroepen tijdens de Tweede Wereldoorlog raakten de Stelling van Amsterdam en de Hollandse Waterlinie hun verdedigende functie vrijwel kwijt.”

Vanaf 1956 had Fort aan den Ham ook officieel geen taak meer in de Stelling. Het complex werd omgebouwd tot munitieopslagplaats. Veel van de originele inrichting ging daarbij verloren. Eind jaren tachtig kwam het fort leeg te staan. In 1996 –toen de Stelling van Amsterdam werd toegevoegd aan de werelderfgoedlijst– is de stichting Fort aan den Ham opgericht en kreeg de Royal Air Force Association (RAFA) er van 1998 tot 2008 er zijn clubhuis. Ondertussen gingen de vrijwilligers van de stichting er aan de slag met hun doelstelling: preserveren en restaureren om het gebouw vervolgens open te stellen voor publiek.

Wasruimte

„We hebben inmiddels vrijwel alle ruimten in de oude staat teruggebracht en opnieuw ingericht. Ons laatste project is het reinigingslokaal, de wasruimte. Daar wordt nu aan gewerkt. De rode draad voor bezoekers vormt de historie van 200 jaar krijgsmacht, van Napoleon tot de huidige vredesmissies. We beginnen bij de Bataafse republiek, beschrijven vervolgens de bouw van de Stelling van Amsterdam. Zo wandelen bezoekers door de historie, maar maken ze ook kennis met het fortleven. Door aankoop op militaire beurzen, ruilen, bruikleen en schenkingen hebben we inmiddels een redelijk unieke collectie. Als mensen zien dat spullen hier een mooie plek krijgen, zijn ze ook bereid tot schenken. Wie ons drie jaar geleden voor het laatst heeft bezocht, ziet nu weer veel nieuws.

We hebben maar een beperkt budget, maar we zijn wel een gezonde stichting en geven niet meer uit dan er binnenkomt. Subsidies krijgen we niet en daarom zijn we dus ook volledig onafhankelijk. Defensie betaalt wel onze stroom en we huren dit fort voor een symbolisch bedrag. We doen vrijwel alles zelf en hebben daarom weinig kosten. Alles kan betaald worden uit de entreeprijzen van bezoekers.”

Tinnen soldaatjes

Het fort ligt op een fietsroute en trekt daarom op gezette tijden ook de toevallige voorbijganger. Die maakt niet alleen kennis met de collectie, maar kan in de kantine ook terecht voor een versnapering. Ook scholen in de omgeving zijn welkom om leerlingen meer kennis bij te brengen van de historische verdedigingswerken en krijgsgeschiedenis. Tijdens de zogenoemde tindagen gieten vrijwilligers tinnen soldaatjes, waarna de jeugd deze mag beschilderen. Eens in de twee jaar wordt er een militair weekend georganiseerd, waarbij reënactors aanwezig zijn en er voertuigen uit de Tweede Wereldoorlog worden getoond.

„Bij ons krijg je een uniek kijkje in de geschiedenis van de Nederlandse vestingwerken. Bovendien zijn wij het enige fort in de Stelling van Amsterdam waar je nog kunt zien hoe het vroeger was, met bovendien een puur historische invulling. In de toekomst willen de ruimten voorzien van QR-codes, zodat bezoekers via hun mobieltje meer informatie en filmpjes ontvangen. Maar dit blijft een museum; we willen hier geen circus.”

„Het blijft een museum; we willen hier geen circus”

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer