Hoopvolle bloedtheologie tegenover al het bloedvergieten
Sinds de eerste moord –op Abel– vloeit er onafgebroken bloed. Het vloeit en het vloeit. Het stroomt en het stroomt. Van dag tot dag. Van uur tot uur. Het is bloedstollend.

De geschiedenis druipt van bloed. Er heerst onlesbare bloeddorst onder de volken. Op de slagvelden –of zijn het slachtvelden?– bloeden jongemannen bij duizenden en bij miljoenen leeg. Laffe en brute moordpartijen smoren eveneens mensenlevens in bloed. De aarde drinkt het bloed van schuldige en onschuldige mensen in. Bloed van rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Bloed van profeten en heiligen. Bloed van hen die geslacht zijn vanwege hun bloedband aan Christus.
Waren die sporen van het Evangelie soms minder diep dan wij vaak denken?
Tegenover alle zinloos vergoten bloed staat het bloed van Jezus Christus. Ook dat werd vergoten. Deze weken en vooral deze week staan we daar nog meer dan anders bij stil. Christus heeft Zijn eigen bloedstorting voorzegd. Bij het Heilig Avondmaal. Voordat de beker met de bloedrode wijn rondging. „Dat is Mijn bloed, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving der zonden.” Kort daarna werd het metterdaad vergoten. Het vloeide weg. Bloed is leven.
Toen Pilatus weigerde verantwoordelijkheid te nemen voor Zijn dood, riep het volk: „Zijn bloed over ons en over onze kinderen.” Een vaak misverstane tekst, die uitgroeide tot een gevaarlijk wapen en oorzaak werd van zondig bloedvergieten. Het Joodse volk werd zondebok, schuldig verklaard aan Jezus’ dood. Kruisvaarders richtten bloedbaden aan in het heilige land. En dat ging maar door, met als ongekend dieptepunt de Holocaust, met 6 miljoen vermoorde Joden. En dat in een werelddeel waarin het Evangelie diepe sporen had getrokken. Of waren die sporen minder diep dan wij vaak denken...?
Op Golgotha klinkt een ander geluid: Jezus’ kruisbede om vergeving voor heidenen en Joden. Let op Petrus’ woorden: „De koningen der aarde zijn tezamen opgestaan (...) tegen de Heere en Zijn Gezalfde (...), Herodes en Pontius Pilatus, met de heidenen en het volk van Israël” (Handelingen 4:26). God heeft Israël niet afgeschreven, getuige Romeinen 9-11.
Jezus’ bloed is niet wraakzuchtig, maar spreekt van vergeving, genade en vrede. Het is offerbloed, zoenbloed, reinigend en heiligend bloed. Alle mensen –Joden en heidenen– zijn verdoemelijk voor God, maar Jezus’ bloed reinigt van álle zonden (1 Johannes 1:7). Het doet leven en herleven. Het drupt door de prediking van het Evangelie op zondige harten, zei Calvijn. Bloed dat roept: Genade! Vergeving! Vrede! Maar dan moeten we wel tot dat bloed komen. Hoopvolle bloedtheologie.