Bakijev interim-president Kirgizië
Een dag na het verdrijven van de Kirgizische president Akajev heeft het parlement van het Centraal-Aziatische land oppositieleider Koermanbek Bakijev benoemd tot waarnemend president en premier. Diens interim-regering maakte vrijdag bekend dat in juni verkiezingen worden gehouden voor een nieuwe president. Ondertussen blijft het in de hoofdstad Bisjkek onrustig.
Na de revolutie van donderdag kwam het in de Kirgizische hoofdstad Bisjkek tot onlusten, waarbij volgens de veiligheidsdienst zeker vijftien mensen zijn omgekomen en meer dan 350 mensen gewond raakten. Ook vrijdag was het op sommige plaatsen nog onrustig. De interim-regering heeft gedreigd met harde straffen om nieuwe onlusten en plunderingen te voorkomen.
Dat kon niet voorkomen dat het vrijdagavond in Bisjkek opnieuw tot onlusten kwam. Duizenden, voornamelijk jongeren, trokken door het stadscentrum en plunderden winkels, banken en regeringsgebouwen. Politieagenten losten waarschuwingsschoten in de lucht om de plunderaars af te schrikken. Het is onduidelijk of de noodtoestand is ingesteld. Eerder waren er berichten dat het ministerie van Binnenlandse Zaken de noodtoestand had afgekondigd, maar later werd dit door waarnemend president en premier Bakijev tegengesproken.
De verdreven Akajev is het land ontvlucht. Het is niet bekend waar hij nu verblijft. Hij was naar het naburige Kazachstan gevlucht, maar zou dit land inmiddels weer hebben verlaten. Akajev, die vijftien jaar aan de macht was, gaf vrijdag toe dat hij zijn land heeft verlaten, maar hij stelde dat hij niet is afgetreden en dat zijn verblijf in het buitenland slechts tijdelijk is.
„Gegeven de omstandigheden besloot ik het land tijdelijk te verlaten, om bloedvergieten te voorkomen”, zei Akajev. Hij noemde de overname van de macht door de oppositie „een staatsgreep, in strijd met de grondwet. De geruchten over mijn aftreden zijn vals en zij worden aangewakkerd met slechte bedoelingen.” Hij noemde de nieuwe machthebbers een „stelletje onverantwoordelijke avonturiers en samenzweerders.”
De Nederlandse ambassadeur P. van Leeuwen voor Kirgizië, Kazachstan en Tadzjikistan zei vrijdag dat de Nederlanders in het Centraal-Aziatische land niet in problemen zijn gekomen. In Kirgizië bevinden zich ongeveer veertig Nederlanders, partners en kinderen inbegrepen, aldus de diplomatiek vertegenwoordiger. Ze wonen verspreid over het land.
Volgens de ambassadeur zijn er geen verzoeken tot bijstand binnengekomen. „Wij weten welke mensen er in het land zijn, daar hebben we een lijst van. We hebben hun geadviseerd in elk geval een visum voor Kazachstan te halen voor het geval zij het land toch willen verlaten”, aldus de ambassadeur.
Ook de aanwezigheid van de Amerikaanse en Russische militaire bases in Kirgizië loopt vooralsnog geen gevaar. Waarnemend president en premier Bakijev zei vrijdag zich te willen houden aan eerder gemaakte afspraken over de bases. Over het voortbestaan van de bases werd gespeculeerd sinds deze week de regering en de president naar huis zijn gestuurd.
Onder Bakijev, die van 2000 tot 2002 ook al premier was, kregen de Amerikanen toestemming een luchtmachtbasis te vestigen nabij de hoofdstad Bisjkek. Vanaf deze basis opereerden twee jaar geleden ook de Nederlandse F-16-gevechtstoestellen die boven Afghanistan vlogen. De Russische basis bij Kant, in 2003 officieel in gebruik genomen door president Poetin, was de eerste militaire faciliteit die Moskou vestigde in een voormalige Sovjetrepubliek.
De gespannen politieke situatie in Kirgizië kwam donderdag tot een ontknoping toen betogers tijdens een vreedzame demonstratie het aftreden eisten van Akajev. Volgens westerse diplomaten escaleerde de zaak toen veiligheidstroepen de betogers met knuppels te lijf gingen. Daardoor kwam het tot botsingen en gingen de betogers in de tegenaanval, waarbij ze het regeringsgebouw overnamen. De oppositie wist vervolgens ook de nationale televisie in handen te krijgen.
Diverse buitenlandse regeringen hebben inmiddels hun bezorgdheid geuit over de ontwikkelingen in Kirgizië. De Russische president Vladimir Poetin, die vrijdag in Armenië op bezoek was, noemde het betreurenswaardig dat er „in de post-Sovjetruimte wederom politieke problemen in een land illegaal worden opgelost en gepaard gaan met pogroms en menselijke slachtoffers.” Hij drong er bij de nieuwe leiders op aan de orde snel te herstellen.
De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) zei dat zij haar secretaris-generaal, Jan Kubis, naar Kirgizië stuurt om te bemiddelen tussen de politieke leiders van het land. Kubis, die vloeiend Russisch spreekt en veel van de regio afweet, heeft afgelopen jaar ook diplomatieke inspanningen verricht in Oekraïne, tijdens de politieke crisis daar.