Volgens Balkenende is „de bevolking het zat en ook wat mij betreft is de maat vol. Als blijkt dat het niet normaal kan, moet je de knoop doorhakken. En dat moment is nu.” Hij ergert zich aan voetbalsupporters die zich misdragen. „Ze molesteren treinen die je vervolgens niet meer kunt gebruiken en vervolgens heb je driehonderd agenten nodig om het spul in gareel te houden”, aldus Balkenende.

Henk Kesler, directeur betaald voetbal, noemt het standpunt van de CDA-politicus erg simplistisch. „De verkiezingen komen eraan, hij wil kennelijk even snel en goedkoop scoren”, zei hij. „Ik heb hem nog nooit bij een voetbalwedstrijd gezien. Ik ben benieuwd of Balkenende na de verkiezingen ook nog zoveel interesse in voetbal heeft.”

Kesler: „Voetbalvandalisme is een maatschappelijk probleem. Dat los je niet op door de boosdoeners te negeren. Je moet ze juist aanpakken. Via de aanscherping van het bestaande beleid proberen we het probleem gezamenlijk, dus met politie, justitie en stadsbestuur, terug te dringen. Balkenende wil een hek om de stad zetten en denkt daarmee dat het voetbalvandalisme is opgelost. Maar rellen worden echt niet alleen maar veroorzaakt door fans van de uitspelende club.”

Ook burgemeester Stekelenburg sabelde het idee van de CDA-leider zaterdag neer in het radioprogramma Spijkers met Koppen. Volgens hem is het moeilijk uitvoerbaar en kunnen mensen bijvoorbeeld buiten het stadion blijven en herrie schoppen.

Stekelenburg is portefeuillehouder voetbalvandalisme in het Korpsbeheerdersberaad en pleitte onlangs op persoonlijke titel al voor een voetbalwet om het geweld in te dammen. Volgens hem komt het beraad binnenkort met voorstellen voor uniforme regels om zowel fysiek als verbaal geweld rondom voetbalwedstrijden beter aan te pakken. Nu verschilt de aanpak per gemeente.