Het zogenoemde ATB-systeem geeft aan wanneer een trein te hard rijdt, maar daarbij wordt alleen gekeken naar de maximumsnelheid die op een bepaald baanvak geldt en niet naar het type trein. Zo kan het gebeuren dat een goederentrein gevaarlijk hard rijdt zonder dat het systeem reageert.

De meeste goederentreinen mogen 100 kilometer per uur rijden. Op veel baanvakken is echter voor reizigerstreinen een maximumsnelheid van 130 kilometer per uur toegestaan. Het ATB-systeem houdt alleen rekening met dat maximum.

In Apeldoorn ontspoorde in 2003 een goederentrein die beladen was met stalen rollen. Reden was dat de trein te hard reed en de lading niet goed was vastgezet. Er ontstond een grote ravage, maar er vielen geen gewonden. De machinist was in slaap gesukkeld en hield de snelheid niet in de gaten. Ze zag niet dat het gevaarte op een gegeven moment veel te hard reed. Het ATB-systeem reageerde niet.

De Onderzoeksraad eist van spoorvervoerder Railion, eigenaar van de ontspoorde trein, dat er een technische aanpassing komt. Ook moet de onderneming de machinisten scherper in de gaten houden.

De goederentrein in Apeldoorn vervoerde geoliede stalen rollen. Bij het vastsjorren van de lading is onvoldoende rekening gehouden met het glibberige staal.

Railion stelt dat het rapport achterhaald is. Inmiddels zijn al maatregelen genomen. De snelheid van de goederentreinen wordt bijvoorbeeld vaak gecontroleerd. Bovendien wordt het ATB-systeem uitgebreid met een soort snelheidsbegrenzer.