Dat besloot de HRC tijdens haar laatste classisvergadering en het werd afgelopen zondag als kanselboodschap in de HRC-gemeenten bekend gemaakt.

Ds. Mol maakte zich in januari los van de HRC, samen met de Indonesische stichting die namens de HRC de eindverantwoordelijkheid droeg voor de zending op Bali. Ds. Mol gaf toen te kennen samen met de stichting en een nieuwe financier het zendingswerk voort te willen zetten.

Ds. Mol had ook zijn lidmaatschap opgevraagd. De HRC heeft het bewijs van lidmaatschap nog niet afgegeven, omdat de kerk met de predikant in gesprek wil zijn, „op de manier van vermaning.”

Als er per 2 september geen oplossing is, zal de kerkenraad van Grand Rapids (waartoe ds. Mol als zendingspredikant behoort) de zaak in het najaar voorleggen aan de classisvergadering. Wanneer besloten wordt ds. Mol zijn bewijs van lidmaatschap toe te zenden, wordt hij op dat moment ook afgezet als predikant.

De classis vraagt ook om gebed voor de families van de predikanten ds. B. de Vries en ds. C. Molenaar. Beiden waren reeds officieel uitgezonden naar Bali, maar door de losmaking van ds. Mol is daar voor hen geen werkterrein meer. De zendingsdeputaten van de HRC heroriënteren zich op het zendingswerk op Bali.

De classis heeft W. Koenen en A. Miskin beroepbaar gesteld als kandidaat in de HRC. Student D. Overbeek mag voor het eerst een stichtelijk woord spreken.