Minister voor melden meisjesbesnijdenis
Minister Hoogervorst van Volksgezondheid vindt dat artsen en andere hulpverleners kindermishandeling en meisjesbesnijdenissen verplicht moeten melden. Hij zal de kwestie in het kabinet aan de orde stellen.
Staatssecretaris Ross van Volksgezondheid keerde zich onlangs nog tegen een meldplicht. Zij denkt dat de plicht ouders van mishandelde kinderen weerhoudt een beroep te doen op hulpverlening. Hoogervorst daarentegen vindt mishandeling en vrouwenbesnijdenis zo ernstig dat er wel een meldplicht moet komen.
De bewindsman maakte zijn opmerkingen woensdag nadat hij een rapport van de Commissie Bestrijding Vrouwelijke Genitale Verminking in ontvangst had genomen. De opstellers van het rapport willen dat hulpverleners die mishandeling of verminking constateren, dit doorgeven aan een Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Het meldpunt moet vervolgens van de mishandeling aangifte doen bij het openbaar ministerie.
De artsenorganisatie KNMG is tegen meldplicht van meisjesbesnijdenissen en andere vormen van kindermishandeling. De artsenorganisatie vreest, evenals Ross, dat risicogezinnen daardoor minder snel naar de dokter zullen gaan. Medici hebben sinds 2002 een eigen meldcode. Daarvan wordt steeds vaker gebruikgemaakt.
VVD-kamerlid Hirsi Ali, die het debat over vrouwenbesnijdenissen heeft aangezwengeld, is teleurgesteld over het advies. De commissie stelt voor om jongens en meisjes op vrijwillige basis op 6-, 9- en 13-jarige leeftijd te controleren op (seksuele) mishandeling en genitale verminking. Ouders zijn dus niet verplicht om hun kind aan een controle te onderwerpen. Hirsi Ali is wel voor een verplicht controlesysteem: „Daarmee zijn de meisjes pas echt geholpen.”
De kinderartsen zijn positief over het plan. Ze willen proefdraaien in Amsterdam en Tilburg. Als de proeven slagen, zou het overal kunnen worden ingevoerd.