‘Stenenoorlog’ tussen Slovenië en Italië
In het grensgebied tussen Italië en Slovenië wordt een stille oorlog uitgevochten om het verleden. Het slagveld is een heuvelrug en het geschut bestaat uit witte stenen.
Wie bij Gorizia, op de grens tussen Italië en Slovenië, de weg kwijtraakt, hoeft maar op te kijken naar de heuvelrug Monte Sabotino. Links staan in de bergen de woorden ”Leve Italië”. Aan de overkant is te lezen: ”Onze Tito”. Maar de woorden, gevormd door zware stenen van elk 50 kilo, staan er niet om de verdwaalde toerist van dienst te zijn. Beide geschriften hebben een politieke lading.
De Italiaanse grensplaats Gorizia werd in 1947 opgedeeld toen Slovenië opging in Tito’s Joegoslavië. Haastig werd de grens tussen oost en west getrokken. Italië moest een deel van Gorizia afstaan. Het Joegoslavische deel van Gorizia ging Nova Gorica (Nieuw-Gorizia) heten. Tussen beide tweelingsteden werden rollen prikkeldraad gelegd, later kwam er een muur. Pas sinds 1 mei 2004, bij de toetreding van Slovenië tot de Europese Unie, werd de muur definitief ontmanteld.
Maar meer nog dan de muur drukten en drukken nog steeds de gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog een stempel op de stad. Zowel in 1943 als in 1945 vermoordden Sloveense communisten onder bevel van Tito duizenden in Slovenië residerende Italianen. De meesten vonden de dood in de zogenaamde dolines, kraters in het kalksteengebied van Istrië, waar zij levend in werden geworpen. Gorizia werd na de oorlog overspoeld door Italiaanse vluchtelingen. Josip Tito, de premier en latere president van Joegoslavië, stond voor deze gevluchte Italianen gelijk aan een massamoordenaar.
Het opschrift ”Onze Tito” op de Monte Sabotino is niet van vandaag of gisteren. In de jaren ’70 werden de letters geformeerd door jongeren van de communistische partij tijdens een congres in Nova Gorica. Daarvoor moest eerst een stuk bos worden gekapt, waarna witte stenen naar boven werden gesleept die elk ongeveer 50 kilo zwaar waren. De twee woorden zijn 25 meter hoog en hebben een lengte van 100 meter.
Vorig jaar werden de letters omgezet in ”Onze Slo” naar de afkorting voor Slovenië. Maar begin deze maand kwam het originele geschrift weer tevoorschijn. Ten minste vijftig Sloveniërs verrolden op een avond de enorme stenen. „We willen een belangrijke pagina uit de geschiedenis niet vergeten”, verklaarde een van de ’auteurs’, een 23-jarige inwoner van Gorica. In de nacht daarop verscheen een nieuwe tekst. De volgende dag was plotseling ”Ons Fikkie” op de berg te lezen, kennelijk werk van grappenmakers of hondenliefhebbers.
Fikkie werd weer snel Tito. En sinds kort is op de Italiaanse helling het antwoord zichtbaar: ”Leve Italië”.
De woordenstrijd breidt zich uit over het grensgebied. Il Piccolo, het regionale dagblad dat in Noordoost-Italië verschijnt, berichtte dinsdag dat op een berghelling ter hoogte van Trieste in de bergen het woord ”Tito” staat. Ook daar is gebruikgemaakt van wit gesteente. De burgemeester van Gorizia ziet de woordenstrijd op de berghelling met lede ogen aan. „Dit soort acties helpen zeker niet de wederzijdse samenwerking, die we met veel moeite aan het opbouwen zijn”, zegt hij.
Het dagblad Corriere della Sera vermoedt dat de achtergrond van deze woordenstrijd te maken heeft met hernieuwde belangstelling voor de dolinemoorden van Italiaanse zijde. Vorig jaar werd in Italië een nationale herdenkingsdag voor de slachtoffers ingesteld. Afgelopen maand kwam op de Italiaanse staatstelevisie een miniserie uit over dit onderwerp. De serie, die ook op de Sloveense televisie te zien was, leidde tot protesten bij Slovenen.