Srebrenica-verdachte naar Den Haag
Srebrenica-verdachte Vinko Pandurevic is woensdag uit Belgrado naar Den Haag vertrokken om zich daar te melden bij het Joegoslavië-tribunaal. De aanklagers van het VN-hof houden hem verantwoordelijk voor ernstige misdaden begaan na de val van de enclave in juli 1995.
Ze hebben de gewezen commandant van de Zvornik-brigade genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden ten laste gelegd. Ondergeschikten van de gedaagde speelden een grote rol in de executie van meer dan 7000 moslimmannen na de val van Srebrenica.
De aanklacht tegen Pandurevic stamt uit oktober 1999 maar werd in december 2001 geopenbaard. Zijn naam was toegevoegd aan de aanklacht tegen generaal Krstic die inmiddels een straf uitzit van 35 jaar in een Britse cel. De luitenant-kolonel van weleer, Pandurevic, gaf zich zondag over aan de Servische autoriteiten in Belgrado. Hij wilde woensdag in Belgrado op het vliegveld voor vertek naar Den Haag geen uitspraken doen tegen de pers.
Pandurevic werd op 25 juni 1959 geboren in de Bosnisch-Servische stad Sokolac. In het Joegoslavische Volksleger (JNA) van het vroegere Joegoslavië schopte hij het tot kapitein eerste klas. Toen Bosnië zich in 1992 losmaakte van de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (SFRJ) en zij geen minderheid wilden worden in een door moslims gedomineerde staat, richtten de Bosnische Serviërs hun eigen afvallige republiek op, de Republika Srpska. Pandurevic ging vechten in het VRS, het leger van Republika Srpska, en bracht het tot VRS–commandant in Visegrad.
Van 12 december 1992 tot november 1996 was Pandurevic commandant van de Zvornik-Brigade van het Bosnisch-Servische Drina-Korps. De Zvornik-Brigade speelde een sleutelrol bij de verovering van Srebrenica in juli 1995 en de daarop volgende massamoord op duizenden moslimmannen en- jongens. In juni 1997 kreeg hij promotie tot generaal–majoor. Tot april 1998 maakte hij deel uit van de generale staf van het Bosnisch-Servische leger.