De ontploffing deed zich voor in een overwegend christelijk deel van Libanon. Het is al de tweede explosie binnen een week in dit gebied, waar het verzet tegen de rol van Syrië het grootst is.

Het winkelcentrum was op het moment van de explosie gesloten. De slachtoffers waren arbeiders afkomstig uit Pakistan, India en Sri Lanka. Volgens de politie zijn bij de aanslag vermoedelijk 20 kilo explosieven gebruikt.

Politici van de oppositie beschouwen de bomaanslag als een poging om de veiligheid te ondergraven. Eén beschuldigde de veiligheidsdiensten van de overheid van nalatigheid. Een ander riep ertoe op zich niet te laten meeslepen door pogingen om de Libanese bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten.

Het VN-team dat in Libanon onderzoek deed naar de aanslag van vorige maand op oud-premier Rafiq Hariri heeft geconcludeerd dat de autoriteiten hebben geknoeid met bewijs en dat ze nalatig zijn geweest om sporen van de aanslag zeker te stellen. Dat heeft de Libanese krant Al-Mustaqbal, eigendom van de familie Hariri, gisteren gemeld op basis van bronnen dicht bij het onderzoek.

Een VN-team onder leiding van het plaatsvervangend hoofd van de Ierse politie, Peter Fitzgerald, heeft de afgelopen weken de aanslag en de nasleep ervan onderzocht. De Libanese regering heeft ook een onderzoek ingesteld, maar de oppositie vreest daarbij voor partijdigheid.

De aanslag op Hariri op 14 februari kostte aan de Libanese ex-premier en zes anderen het leven. Meer dan honderd mensen raakten gewond.

Al-Mustaqbal schreef gisteren dat het VN-onderzoek, dat vorige week is afgerond, onder meer vraagtekens zet bij de rol van de Libanese veiligheidsdienst. Die gaf direct na de aanslag opdracht de getroffen voertuigen weg te slepen naar een politiekazerne. Ook werd op de avond van de aanslag de krater die door de bomaanslag was geslagen gevuld met zand en werd kort daarna de weg grondig schoongemaakt, waardoor sporenonderzoek onmogelijk werd. Wanneer het VN-onderzoek openbaar wordt gemaakt is nog onduidelijk.

Syrië komt uiterlijk begin april met een schema voor de definitieve terugtrekking van alle Syrische militairen en inlichtingenofficieren uit Libanon. Dat heeft de Syrische president Bashar Assad aan VN-chef Kofi Annan beloofd.

Assad en Annan spraken elkaar dinsdag op de top van Arabische landen in Algiers. De Syrische president gaf de secretaris-generaal van de Verenigde Naties daar de garantie dat hij zich zou houden aan VN-resolutie 1559. Die resolutie eist van Syrië dat het al zijn militairen terugtrekt uit Libanon en geen invloed meer uitoefent op de binnenlandse aangelegenheden van dat land. Volgens Annan zal Syrië ook al zijn logistiek en militair materieel terugtrekken naar eigen grondgebied.