Kerk & religie

„Israëlische bezetting belemmert verzoening”

Vertegenwoordigers van de christelijke Europese Coalitie voor Israël hebben dinsdag in Genève gesproken met twee afgevaardigden van de Wereldraad van Kerken (WvK). Aanleiding voor de ontmoeting vormde de recente oproep van het Centraal Comité van de WvK aan de 347 lidkerken om mogelijkheden te zoeken voor economische druk op Israël.

Van een medewerker
23 March 2005 10:34Gewijzigd op 14 November 2020 02:22

Het Centraal Comité sprak op 21 februari uit dat kerken het voorbeeld kunnen volgen van de Presbyteriaanse Kerk in de Verenigde Staten (PSUSA). Deze besloot medio vorig jaar een proces te initiëren van „gefaseerde, selectieve desinvestering” van multinationals die betrokken zijn bij de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden. In een verklaring herinnerde de WvK de lidkerken eraan dat ze „de mogelijkheid hebben om investeringen verantwoord in te zetten voor een vreedzame oplossing” van het conflict tussen Israël en de Palestijnen.

In het gesprek met de Coalitie voor Israël gingen vertegenwoordigers van de Wereldraad verder in op het hoe en waarom en de timing van deze uitspraak. De Zweedse predikant Hans Ucko, belast met interreligieuze zaken en met name met de joodse en Palestijnse relaties, benadrukte dat de uitspraak van 21 februari niet zozeer een resolutie of een statement van het Centraal Comité was als wel een uitspraak van onderaf, te weten van de deelnemende kerken zelf. „De kerken moeten en willen nadenken over de wijze waarop ze kunnen bijdragen aan een vreedzame oplossing van het conflict”, aldus Ucko.

De twee vertegenwoordigers van de WvK benadrukten dat het niet om een boycot gaat. Volgens de Pakistaan Clement John, die binnen de raad belast is met internationale relaties en mensenrechten, is het essentieel dat er gekeken wordt naar de manier waarop investeerders omgaan met „investeringen die gelieerd zijn aan huizenvernietigingen door de IDF (het Israëlische leger; red.), de nederzettingen in de bezette gebieden en de veiligheidsbarrière.”

Ucko gaf aan dat de „bezetting” van de Palestijnse gebieden door Israël verzoening in de weg staat. „Alles wat deze bezetting verlengt, moet gestopt worden. Dit geldt dus ook voor investeringen die ervoor zorgen dat de bezetting langer kan duren.”

Ucko zei zich het onbegrip over de timing van de uitspraak te kunnen voorstellen, gezien de laatste ontmoetingen tussen de nieuwe Palestijnse leider Mahmud Abbas en de Israëlische premier Sharon in Sharm al-Sheikh, waarin nieuwe openingen kwamen voor toenadering tussen de partijen. „Het was een bijzondere zitting in Genève in het kader van het bereiken van consensus tussen de deelnemende kerken. Het Centraal Comité is inmiddels ontbonden en zo’n vergadering zal dus niet meer plaatsvinden”, aldus Ucko.

John merkte op dat de WvK voorzichtig moet zijn in zijn uitspraken, omdat deze schade zouden kunnen aanrichten. Als voorbeeld noemde hij de Egyptische christenen, de kopten. „Die steunden we ook, maar als we dat te openlijk hadden gedaan, zouden de radicale moslims daar gezegd hebben dat we een bevooroordeelde organisatie zijn omdat we christelijk zijn. Als je de mentaliteit van mensen wilt veranderen met betrekking tot hun benadering van elkaar, moet je niet te radicaal worden.” Ucko haakte hierop in door aan te geven dat christelijke organisaties die zich inzetten voor Israël moeten waken voor radicaliteit. „Christelijke zionisten doen Israël alleen maar kwaad door theologische argumenten aan te dragen voor de bezetting.”

Beide vertegenwoordigers erkenden dat er een gebrek is aan evenwicht in de media: de publieke focus ligt meer op de reacties van Israël dan op de situatie die de oorzaak is van die reacties. Het probleem, zei Ucko, is dat er een heel verschillende benadering nodig is voor Israël en voor de Palestijnen. „Wanneer we Israël aanspreken, spreken we een democratie aan, een staat. Wanneer we de Palestijnen aanspreken, en dan met name radicale groeperingen, kunnen we dat niet.”

De conclusie van de vertegenwoordigers van de Wereldraad van Kerken en van de Europese Coalitie voor Israël was dan ook dat het met het oog op het opkomende antisemitisme in Europa essentieel is dat christenen van verschillende organisaties samenwerken en niet tegenover elkaar komen te staan vanwege de situatie in Israël.

De ontmoeting had plaats in de marge van de 61e zitting van de Commissie voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties in Genève. Daar werd dinsdag een begin gemaakt met het behandelen van de schendingen van de mensenrechten in de door Israël bezette gebieden. Bijzonder rapporteur John Dugard, belast met het onderzoek naar de mensenrechtensituatie in de bezette gebieden, gaf dinsdag aan dat het „een tijd van hoop voor het Midden-Oosten” is. Toch is er volgens de Zuid-Afrikaan sprake van ernstige schendingen van de mensenrechten door Israël. Als belangrijkste overtredingen noemde hij de nederzettingen, de veiligheidsbarrière, de controleposten en wegversperringen en de gevangenhouding van 7000 Palestijnen.

In reactie op de conclusies van Dugard zei de Israëlische ambassadeur dat het rapport erg eenzijdig is. Dit heeft volgens Israël te maken met het problematische karakter van het mandaat van de bijzondere rapporteur, die alleen autorisatie verstrekt voor het onderzoeken van de schendingen aan Israëlische en niet aan Palestijnse zijde.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer