VN: Hulp nodig voor 25 mln. ontheemden
Verspreid over de wereld zijn zo’n 25 miljoen mensen binnen hun eigen land op de vlucht voor militaire conflicten of uit vrees voor mishandeling. Volgens een nieuw onderzoek dat de Noorse Vluchtelingenraad in opdracht van de Verenigde Naties heeft uitgevoerd, vormen deze vluchtelingen een van de meest genegeerde kwetsbare groepen ter wereld en hebben ze heel snel hulp nodig.
Mensen die een internationale grens over vluchten, kunnen op grond van een internationaal verdrag uit 1951 onderdak en bescherming eisen. Maar voor de 25 miljoen mensen die volgens het wereldwijde IDP-onderzoek 2004 van de Noorse Vluchtelingenraad in hun eigen land op de vlucht zijn, is er niet zo’n verdrag.
Volgens de leidster van het onderzoek, Elisabeth Rasmussen, waren afgelopen jaar weliswaar honderdduizenden binnenlandse vluchtelingen in staat terug te keren naar huis, maar sloegen er zeker evenveel op de vlucht. Het aantal binnenlandse vluchtelingen is al vier jaar gelijk, wat tekenend is voor de aandacht die de internationale gemeenschap aan hen wijdt. Een ruime meerderheid van de vluchtelingen, 22 miljoen, is al langer dan een jaar op de vlucht. De gemiddelde lengte van de conflicten waarvoor deze mensen op de vlucht zijn geslagen, is veertien jaar, aldus het onderzoek.
De landen met de grootste binnenlandse vluchtelingenproblemen zijn Birma, Colombia, Congo, Indonesië, Irak, Ivoorkust, Nepal, Rusland, Somalië, Sudan en Uganda.
Sudan kende als gevolg van het conflict in Darfur de meeste nieuwe binnenlandse vluchtelingen. Het totale aantal ligt hier nu rond de 6 miljoen. Op de tweede plaats staat Uganda, waar al achttien jaar een burgeroorlog woedt en waar vorig jaar zo’n 600.000 mensen op de vlucht sloegen.