„Wetenschappers moeten weer helden worden”
Wetenschappers moeten weer een beetje helden worden. Ze moeten op postzegels. Dat maar net de helft van de Nederlandse Nobelprijswinnaars op een zegel is vereeuwigd, geeft te denken.
De veertig leden van De Jonge Akademie, de jeugdafdeling van de eerbiedwaardige KNAW (Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen) hebben zich voorgenomen wetenschap en maatschappij op te schudden. Met de woensdag gepresenteerde Jonge Akademie wil de KNAW jonge onderzoekers in aanraking brengen met vakgebieden buiten het eigen specialisme en met de mogelijkheden van interdisciplinair onderzoek.
„Als je iets zinnigs wilt zeggen over wezenlijke maatschappelijke vragen, dan moet je kennis en inzichten uit verschillende disciplines bijeenbrengen”, aldus DJA-voorzitter Catholijn Jonker, hoogleraar cognitiewetenschap aan de Radboud Universiteit. De onderzoekers, zeventien vrouwen en 23 mannen tussen de 28 en 41 jaar, presenteerden zich woensdag in Amsterdam en maakten kennis met minister Van der Hoeven (Wetenschap).
We zijn geen groentjes in de wetenschap, liet Jonker weten. Twaalf onderzoekers zijn al hoogleraar. Wel zijn ze minder dan tien jaar geleden gepromoveerd. Elk lid van de Jonge Akademie krijgt jaarlijks een reisbeurs voor het bijwonen van een of meer wetenschappelijke conferenties.
De Jonge Akademie wil jongeren interesseren voor wetenschap. Bestaande initiatieven richten zich volgens DJA echter te veel op de bètawetenschappen. Ook de alfa- en gammawetenschappen zouden aan bod moeten komen.
De onderzoekers blijken niet ongevoelig voor de status van wetenschap en wetenschapper. Wetenschappelijk heldendom kan worden afgelezen aan het aantal postzegels dat er van je is gemaakt, leerden ze van de directeur van het techniekmuseum NEMO. Want dat houdt verband met de mate waarin je onderzoek bij een breed publiek bekend is. Jan Tinbergen (economie, 1969) is de laatste Nederlandse Nobelprijswinnaar die op een zegel kwam.
„Het zou mooi zijn als uit onze groep van jonge, enthousiaste onderzoekers een aantal postzegels, of straatnamen, of schoolnamen groeien”, zei Juliëtte Walma van der Molen, een van de leden van DJA. „Wij nemen ons voor om daar in wetenschappelijk opzicht ons best voor te doen. Maar wij kunnen dat niet zonder ondersteuning vanuit een maatschappij die open staat voor onze informatie en die ook bereid is om die postzegels te laten drukken.”