Energieconcerns klagen over Brinkhorst
De topmannen van de vier grootste energieconcerns van ons land doen in een vertrouwelijke brief aan het kabinet hun beklag over minister Brinkhorst van Economische Zaken. Ze vragen de ministers om vrijdag niet in te stemmen met het wetsvoorstel van de D66-bewindsman om de bedrijven op te splitsen.
De voorzitters van de raden van bestuur van Eneco, Essent, NUON en Delta schrijven dat Brinkhorst een „akkoord" over de nieuwe structuur van de energiemarkt, dat zij bereikten met twee topambtenaren, naast zich neerlegt.
Brinkhorst, die kan rekenen op steun van de Tweede Kamer voor het omstreden wetsvoorstel, houdt vast aan het splitsen van de concerns in een onderneming die de netwerken beheert en een aparte onderneming die de energie levert. De energiebedrijven schrijven de minister echter dat ze met directeur-generaal Lankhorst van het ministerie van Economische Zaken en met directeur Zijl van de toezichthouder DTe „een akkoord hebben bereikt dat dat de door de minister beoogde splitsing overbodig maakt".
In de visie van Brinkhorst kan een vrije energiemarkt alleen goed functioneren als de netwerken zich volledig onafhankelijk kunnen opstellen van de bedrijven die energie leveren. De netwerken moeten dan concurrerende energieproducenten toegang geven tot de eindverbruikers, die zelf de leverancier kunnen kiezen. De energieconcerns vrezen dat ze dan in een vrije internationale markt te klein worden om een belangrijke rol te spelen. De bedrijven zouden dan een makkelijke prooi worden voor internationaal opererende buitenlandse concerns.
Brinkhorst wil in de wet vastleggen dat de afgesplitste netwerkbedrijven in handen blijven van de overheid, terwijl de productiebedrijven verkocht kunnen worden aan commerciële ondernemingen. De vier topmannen schrijven aan het eind van hun brief dat dit niet in het financiële belang is van hun aandeelhouders, tot dusver de provincies en de gemeenten. Splitsing van de ondernemingen betekent verlies „van aandeelhouderswaarde”.
Tot dusver is van de regeringspartijen het CDA het meest kritisch over het wetsvoorstel van Brinkhorst. De christen-democraten vinden dat pas tot splitsing kan worden overgegaan als aangetoond is dat dit noodzakelijk is om de markt goed te laten werken. Maar tegelijkertijd is het CDA ook niet principieel tegen splitsing. Het CDA vindt bovendien, dat als energiebedrijven in particuliere handen komen, het netwerkbedrijf moet worden afgezonderd en in handen van de overheid moet blijven. De grootste oppositiepartij, de PvdA, is voor de plannen van Brinkhorst.
CDA-Tweedekamerlid Hessels maakt zich niettemin zorgen over de toekomst van de energiebedrijven, omdat bij verkoop van ondernemingen claims van miljarden dollars dreigen. In het verleden hebben de bedrijven hun hele hebben en houden, productiebedrijven en netwerken, ondergebracht in zogeheten „cross border lease”.
Het gaat dan om contracten met Amerikaanse investeerders, die mogen afschrijven over deze bezittingen. Het belastingvoordeel, dat deze constructie met zich brengt, delen de bedrijven dan met de Amerikanen. Ontbindende voorwaarden van die contracten, die een looptijd hebben van tientallen jaren, is deelneming van de overheid in de onderneming, omdat dit de investeerder zekerheid biedt. Minister Brinkhorst heeft dit laten onderzoeken. Hessels wil dat dit nog eens gebeurt, maar veel grondiger.
PvdA-Tweedekamerlid Crone reageert verontwaardigd op de vertrouwelijke brief: „Dit is schandalig, een steekspel achter de rug om van ambtenaren. Iedereen weet dat een akkoord alleen bereikt kan worden als de minister er uiteindelijk mee instemt”. Volgens Crone zijn de energiebedrijven zo fel tegen splitsing, omdat ze de ondernemingen willen privatiseren. Volgens hem zijn ze daarbij „blind” voor het belang van de samenleving.