„Te vroeg geboren kinderen houden problemen”
Kinderen die te vroeg geboren zijn, moeten op hun vijfde een uitgebreide test ondergaan om te bekijken of ze achterblijven in hun ontwikkeling. Dat is nodig omdat meer dan de helft van de vroeggeborenen last houdt van lichte bewegingsstoornissen, moeilijker leert en gedragsproblemen heeft.
Dat concludeert onderzoeker M. de Kleine, die donderdag aan de Universiteit Leiden promoveert op zijn onderzoek naar vroeggeborenen. Dat zijn kinderen die al voor de 32e week van de zwangerschap ter wereld komen of minder dan 1500 gram wegen.
Ernstige problemen bij vroeggeborenen komen rond het tweede levensjaar wel aan het licht, maar kleinere stoornissen kunnen pas op de basisschool opduiken. Vaak hebben de kinderen dan al een achterstand opgelopen.
Er moet daarom niet te lang worden gewacht met een test, vindt De Kleine. Eerder testen dan op vijfjarige leeftijd heeft echter geen zin, omdat het kind dan nog niet goed kan meewerken.
