Coördinator tegen discriminatie verwerpt motie-Becker
Rabin Baldewsingh, de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme, roept het kabinet op de veelbesproken motie-Becker niet uit te voeren. In de motie, waar een meerderheid van de Tweede Kamer voor stemde, wordt het kabinet gevraagd om „gegevens over culturele en religieuze normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond bij te houden”.
Baldewsingh zegt met „afgrijzen” kennisgenomen te hebben van de motie. „Het laat zien dat er onder onze volksvertegenwoordiging een groeiend gebrek aan kennis is over artikel 1 van onze Grondwet. Dit artikel zorgt ervoor dat alle Nederlanders beschermd zijn tegen discriminatie. Iedereen wordt in gelijke gevallen gelijk behandeld. Maar het beschermt ook het verschil. Juist dankzij artikel 1 kunnen er zoveel verschillende mensen in gelijkheid samenleven in Nederland”, zo schrijft hij in een reactie.
Volgens de NCDR zet de motie een „gevaarlijk frame neer dat Nederlanders met een migratieachtergrond een bedreiging zouden vormen voor ‘de Nederlandse normen en waarden’. Wat die ook mogen zijn”. Volgens Baldewsingh vormt de motie een rechtstreekse aanval op het gelijkheidsbeginsel van de Grondwet. „Een grote groep Nederlanders wegzetten als mogelijk gevaar voor de Nederlandse samenleving vind ik onbehoorlijk, is discriminerend en schaadt het weefsel van verbinding in onze samenleving.”
De Nationaal Coördinator roept het kabinet op de motie niet uit te voeren en ook niet mee te nemen in een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau, zoals minister-president Dick Schoof volgens Baldewsingh van plan is.
Verschillende partijen die voor de motie hebben gestemd, waaronder het CDA en SP, kwamen daar later op terug. Het CDA wil „nooit tegenstellingen vergroten, maar juist bijdragen aan de verbondenheid in de samenleving”, zo schreef partijleider Henri Bontenbal op X. „We hebben die pijn gezien en gehoord en dat laat ons niet onberoerd.”