Nabestaanden collaborateurs: zorgvuldigheid geboden rond archief
De Stichting Werkgroep Herkenning benadrukt opnieuw het belang van zorgvuldigheid, nu duidelijk is dat het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) niet zoals gepland op 2 januari online toegankelijk wordt. De stichting, die zich inzet voor de nabestaanden van ‘foute’ Nederlanders, hoopt op korte termijn in gesprek te gaan met het Nationaal Archief en de Autoriteit Persoonsgegevens over de kritiek van de toezichthouder op de digitale openstelling van het oorlogsarchief.
De vrijwilligersorganisatie zegt nog over de precieze bezwaren te moeten worden bijgepraat. „We moeten dus nog bepalen wat dit precies betekent en wat we hiermee willen”, zegt voorzitter Michael Schuling. Het standpunt van de stichting over het CABR is niet gewijzigd, zegt hij. De stichting is voorstander van openbaarmaking en digitalisering van het archief, zodat betrokkenen het sneller kunnen inzien. „Maar het online plaatsen voor iedereen moet met uiterste zorgvuldigheid plaatsvinden”, benadrukt hij. „Dus ik heb er begrip voor dat ze daar goed over nadenken.”
De Stichting Werkgroep Herkenning staat kinderen, kleinkinderen en andere familieleden bij die in de Tweede Wereldoorlog collaboreerden met de Duitse bezetter. Samen met het Centraal Joods Overleg en het Centraal Orgaan Verzetsdeelnemers en Vervolgingsslachtoffers vormt de stichting het zogeheten Ethisch Beraad, dat vorig jaar is ingesteld door onder meer het Nationaal Archief om advies te geven over de onlinetoegankelijkheid van het CABR.