Meditatie: Onuitsprekelijke vreugde
„Abraham, uw vader, heeft met verheuging verlangd, opdat hij Mijn dag zien zou; en hij heeft hem gezien en is verblijd geweest.”
Johannes 8:56
Troost u hiermee, bedroefde harten, u die door een wolk van zware aanvechtingen belet wordt de Heere Christus te zien. Weest voortdurend in het gebed tot God en verlangt zéér om door het geloof de Heere Christus te zien, tot troost van uw bezwaard geweten.
Er is niets zekerder: wanneer u zó naar Hem verlangt, zult u Hem zien en u verblijden. En uw blijdschap zal nimmermeer van u weggenomen worden.
Verblijdt u zich níét in Christus als uw Zaligmaker met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde? Dan hebt u Christus nooit echt door het geloof, in de geest gezien. U mag over Hem gelezen hebben in de geschiedenissen, beschreven door de evangelisten, u mag Hem gezien hebben in de prediking van het Woord, waarin ons Christus als voor de ogen geschilderd wordt, maar wat kan u dat baten?
Laten we onze ziel geen rust geven voordat wij die ware ogenzalf verkregen hebben, opdat wij Christus door het geloof mogen zien. Dan zullen wij in Hem zulke schatten en zo’n onbegrijpelijke heerlijkheid zien, dat alle heerlijkheid van de wereld daarbij vergeleken maar stof en as is. Dan zullen onze harten ook geheel vervuld worden met een onuitsprekelijke vreugde. En geen vervolgingen of droefheid van deze wereld zullen onze blijdschap van ons kunnen wegnemen.
_Joos van Laren,
predikant te Vlissingen
(”Twee-en-vijftigh Predicatiën over bysondere Texten der H. Schrifture”, 1670)_