„Nederland blijft langdurig in Afghanistan"
Nederland zal de komende twee tot drie jaar zeker actief blijven in Afghanistan om de regering te steunen in de strijd tegen terrorisme, tegen armoede en voor de opbouw van de democratie. Dat heeft minister Van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) zondag toegezegd in gesprekken met de Afghaanse regering. Van Ardenne maakt deze week een reis door Afghanistan en Pakistan.
De minister sprak zondag in Kabul onder meer met minister Abdullah van Buitenlandse Zaken. Volgens Van Ardenne is de toestand in Afghanistan nog altijd zorgelijk. Ongeveer 80 procent van de vrouwen is analfabeet, een op de vijf kinderen sterft voor de eerste verjaardag. Bovendien is er nog veel geweld en straffeloosheid, en is de productie van papaver (grondstof voor heroïne) explosief gegroeid tot niveaus die hoger liggen dan ten tijde van het Taliban–regime.
Voor Van Ardenne is in de Nederlandse bijdrage de combinatie van ontwikkelingshulp -Nederland gaf vorig jaar 52 miljoen euro aan Afghanistan) en de bijdrage met Nederlandse militairen aan de veiligheid in het land cruciaal. De minister spreekt maandag nog met de Afghaanse president Karzai.
Op dit moment zijn al ruim driehonderd Nederlandse militairen in Afghanistan actief. Eind deze maand worden de Apache–helikopters die deelnemen aan de veiligheidsmacht ISAF afgelost door F16–gevechtsvliegtuigen. Nederland heeft ongeveer 130 militairen die in het noorden van het land een provinciaal reconstructieteam bemannen. Ook zit een aantal militairen op het hoofdkwartier van ISAF.
Binnenkort komen daar 165 commando’s en mariniers en 85 man luchtmachtpersoneel (met vier transporthelikopters bij. Zij zullen deelnemen aan de missie Enduring Freedom, de door Amerikanen geleide jacht op terroristen van Al Qaeda en aanhangers van het voormalige Taliban–regime.