Cultuur & boekenColumn christine stam

Gods goede doel

De lessenaar staat klaar, het publiek zit te wachten. Alles en iedereen is voorbereid, behalve ik. Ik heb niets op papier. Mijn hoofd is volledig blanco. Zwetend word ik wakker. De droom is bedrog, de gedachte soms akelig reëel. Wat dóé ik hier? Ik heb niets te vertellen.

Christine Stam
11 November 2024 20:55

Margaret Sparhawk (25), de hoofdpersoon uit Elisabeth Elliots enige roman, ”Vertekend beeld”, maakt dit werkelijk mee. Vol geloof en passie is ze aan de slag gegaan voor een genootschap dat zich ”Indianen voor Christus” noemt. Ze woont alleen in het Andesgebergte en probeert contact te leggen met de Qhichwa. Dat gaat moeizaam. Ze lijken haar te ontwijken. De boodschap die ze brengt, glijdt als water van hen af. Haar offers worden niet gewaardeerd.

Op een zendingsconferentie wordt Margaret geacht haar eerste ervaringen te delen. Collega’s brengen gedetailleerde verhalen en spreken over ”onze mensen”, ”ons werk” en ”ons werkterrein”. Hoort Margaret daarbij? Welke wapenfeiten kan ze melden? Ze wordt tenslotte niet betaald om de afwas te doen in een vreemd land. Breng het licht, zingen de zendelingen vol overgave.

Gelukkig. Pedro, een indiaan, blijkt bereid haar te helpen om de taal te leren en op schrift te stellen. Eindelijk gebedsverhoring. Maar op een dag heeft Pedro een wond aan zijn been en als Margaret hem een injectie geeft volgt een allergische reactie. Waaraan Pedro sterft, ondanks haar wanhopige gebeden.

Om onze afgoden te verbrijzelen moet Hij soms alles laten vastlopen

Als God roept naar een land, een volk, een taak, gaan we aan de slag. Ons doel is duidelijk, de ijver groot. Vooruitgang noemen we zegen. Tegenslag is werk van de duivel. Wellicht moet er meer gebeden worden. Maar wat als je nergens meer chocola van kunt maken? Als je je motivatie volledig kwijtraakt? Als God ”fini” lijkt te schrijven onder alles wat je voor Hem deed?

Margaret schrijft geen nieuwsbrieven meer. Wat zou ze erin moeten zetten? „Ik weet niet meer wat ik hier doe? Ik voel me verraden?” Pas als ze Pedro’s graf bezoekt –een hoop dorre aarde en een schamel kruisje met een opschrift in pen– beseft ze waarom ze hier is. Ze moest zélf de ware God leren dienen. Niet de god-van-mijn-plannen, hoe geestelijk die plannen ook zijn. God heeft haar niet bedrogen, maar bevrijd. Om onze afgoden te verbrijzelen moet Hij soms alles laten vastlopen.

De spiegel die Elliot in deze roman voorhoudt, is pijnlijk. Vastlopen met je roeping is moeilijk. Maar dit plaatje is onverdraaglijk: dat God aan de deur komt en vraagt: „Hebt u uzelf over voor Míjn goede doel?” En dat wij –die uit volle borst „Delf vrouw en kind’ren ’t graf, neem goed en bloed ons af” hebben staan zingen– de deur dan in Zijn gezicht dichtslaan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer