Dat stellen Mark Bovens, hoogleraar aan de Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap en Kutsal Yesilkagit, als wetenschapper verbonden aan hetzelfde instituut. Zij hebben onderzoek naar de Europese invloeden in de Nederlandse regelgeving gedaan en concluderen dat zowel voor- als tegenstanders er belang bij hebben om die onjuiste hoge cijfers in stand te houden.

Bovens en Yesilkagit presenteren de resultaten van het onderzoek in de jongste uitgave van het Nederlands Juristenblad. Volgens hen heeft niemand de afgelopen jaren de moeite genomen om de werkelijke invloed van Europa te onderzoeken.

Dat komt ook omdat zowel de voor- als de tegenstanders van de EU „deze mythe" willen laten voortleven, denken de wetenschappers. „De voorstanders omdat die met hoge percentages suggereren dat Europa ’best belangrijk’ is en de tegenstanders, omdat de cijfers hen helpen om de EU als een bedreiging van de nationale onafhankelijkheid af te schilderen".

Ook de Nederlandse staatssecretaris van Europese Zaken Nicolaï deed hier aan mee. Hij heeft eerder gezegd dat zeker 60 procent van onze regels van de Europese Unie afkomstig is, stellen ze.

„Vooraanstaande internationale Europa-deskundigen gaan nog verder. Volgens hen bepaalt Brussel tegenwoordig meer dan tachtig procent van de nationale regels in de lidstaten", constateren Bovens en Yesilkagit.

In hun onderzoek kwamen uiteindelijk hele andere feiten naar boven. Ze hebben alle nieuwe wetten en regelingen in kaart gebracht. De wetenschappers troffen er in totaal 11.950 aan. Daarvan bleken er slechts 1502 (12,57 procent) te maken te hebben met een Europese richtlijn.