Binnenland

Mysterieuze liquidaties in de Biesbosch

Het verzet bracht in het najaar van 1944 in de Biesbosch zeker vijf Nederlandse SS’ers om het leven. Zestig jaar na dato is de terechtstelling nog altijd omgeven met een sfeer van geheimzinnigheid. Zijn er meer mensen geluiquideerd? Op welke manier? Oud-verzetsstrijder Piet C. van den Hoek, drager van de Militaire Willemsorde, zat als lid van de Commandogroep Biesbosch dicht bij het vuur. Een alternatief voor de executies was er niet, zegt hij. „Die lui waren levensgevaarlijk.”

Ben Tramper
11 March 2005 11:35Gewijzigd op 14 November 2020 02:19
Liquidaties in de Biesbosch door het verzet zijn zestig jaar na dato nog altijd omgeven met geheimzinnigheid. Vaststaat dat er op het Ganzennest vijf Nederlandse SS’ers met een nekschot zijn geëxecuteerd. Maar wat gebeurde er op De Dood? „Er zouden Duits
Liquidaties in de Biesbosch door het verzet zijn zestig jaar na dato nog altijd omgeven met geheimzinnigheid. Vaststaat dat er op het Ganzennest vijf Nederlandse SS’ers met een nekschot zijn geëxecuteerd. Maar wat gebeurde er op De Dood? „Er zouden Duits

Na enkele minuten varen over een van de kreken van de Biesbosch doemt De Dood op. Het eiland is niet meer dan een streep grond met grienden, geknotte wilgen en ruwe bosschages. Boswachter Dirk Feij wendt de steven van zijn motorboot naar de ingang van een klein haventje. Dagelijks maakt hij de oversteek naar het eiland. Feij bewoont er een oude boerderij.

De boswachter wijst naar enkele populieren op het midden van het eiland. „Daar zouden ze zijn begraven”, zegt hij. Met ”ze” bedoelt hij enkele SS’ers die in november 1944 in een confrontatie met het verzet de dood zouden hebben gevonden. Zekerheid heeft Feij niet. Niemand heeft volgens hem een nauwkeurig beeld van wat er zich aan het eind van de oorlog in de Biesbosch heeft afgespeeld.

In de veertig jaar dat Feij op het eiland woont, hoorde hij talrijke speculaties. Niet alleen op De Dood, maar ook op het ernaast gelegen eilandje Ganzennest zouden SS’ers zijn geliquideerd. Over het aantal slachtoffers duiken steeds weer nieuwe berichten op. De een houdt het op zeven executies, de ander op vijftien. „De moeilijkheid is dat de meeste verzetsmensen niet meer leven. En zij die nog wel in leven zijn, doen er liever het zwijgen toe”, zegt Feij.

Amateur-historicus Ad van Beek uit Kaatsheuvel wil binnenkort een poging doen om het geheim van de Biesbosch te ontrafelen. Hij heeft het plan opgevat om de grond op diverse locaties met speciale detectieapparatuur door te lichten. Van Beek baseert zich bij zijn zoektocht naar slachtoffers in de grienden op onderzoek van Bas Zijlmans uit Geertruidenberg, die twee jaar geleden een boek over het verzet in de Biesbosch publiceerde.

Onderduikers
Commandogroep Biesbosch (CGB), zo’n veertig leden groot, besloot in het najaar van 1944 jacht te gaan maken op Duitsers. Steeds meer vijandelijke eenheden in het zuiden van Brabant trokken zich terug en probeerden via de Biesbosch de wijk te nemen naar Zuid-Holland. Dat bracht het leven van talloze onderduikers in gevaar. Die hielden zich schuil in arken en binnenvaartschepen die her en der in de rietkragen waren weggestopt. Het verzet had bovendien behoefte aan wapens.

De CGB formeerde een speciale overvaleenheid die terugtrekkende Duitsers in de kraag moest grijpen. De verzetslieden boekten snel succes: tientallen Duitsers namen zij gevangen. De militairen kwamen terecht in de ruimen van twee schepen. De Werkendamse verzetsman Piet van den Hoek, die later bekendheid verwierf vanwege zijn levensgevaarlijke crossings door de Duitse linies, was een van de bewakers van de krijgsgevangenen.

De meeste Duitsers gaven zich gewillig over; zij waren de oorlog meer dan moe. Slechts een enkeling bood verzet. Begin oktober wist een Duitse militair aan zijn belagers te ontkomen en Dordrecht te bereiken, tot verbijstering van het verzet. De commandogroep besloot zich tijdelijk uit het krekengebied terug te trekken. Maar wat te doen met de gevangengenomen Duitsers in de twee schepen?

Van den Hoek (83) herinnert zich de worsteling met die prangende vraag nog levendig. „De leiding vergaderde in Werkendam. Zij vreesde dat de hele Biesbosch zou worden uitgemoord als de Duitsers in de schepen een boekje over ons zouden opendoen”, zegt hij. Er werd besloten om iemand naar Rotterdam te sturen voor blauwzuur. Met het spul zouden de krijgsgevangenen worden vergast.

Het plan ging op het nippertje niet door. Toen verzetsleiders uit de omgeving er lucht van kregen, riepen zij de CGB dringend op om van het voornemen af te zien. „Wij adviseren, i.v.m. internationaal recht, christelijke beginselen en zeker te verwachten ernstige represailles: de actie tegenover de krijgsgevangenen als besproken NIET uit te voeren”, schreven zij.

Het verzet besloot de ruimen af te grendelen en de schepen enige tijd onbeheerd achter te laten. „Achteraf ben ik altijd blij geweest dat we voor die optie hebben gekozen”, blikt Van den Hoek terug. „We wisten niet wat we moesten doen, maar zo’n actie zou ten diepste toch zijn neergekomen op moord.”

Pech
Niet lang daarna besloot de CGB enkele Nederlandse SS’ers te liquideren. Van den Hoek bevestigt dat het destijds om vijf personen ging. Van slechts één militair weet hij de naam: Rinus de Vries. „Hij was als onderduiker bij ons terechtgekomen. De man had pech. Tijdens een ziekte begon hij te ijlen over zijn verleden. Een tatoeage onder zijn oksel nam bij ons alle twijfel weg: hij was een SS’er, net als de andere vier die we bij het bruggetje van Sint Jan hadden opgepakt.”

Het verzet vormde in een ark een geïmproviseerd tribunaal. Wat er tijdens het verhoor is gezegd, weet Van den Hoek niet. „Ik was er niet bij en er werd met geen woord over gesproken, toen niet, later ook niet.” De mannen werden tot de kogel veroordeeld. Leo Verkaik, lid van de Koninklijke Marechaussee, nam de taak liquidatie op zich. Hij voltrok het vonnis in de grienden van het Ganzennest en gaf de SS’ers een nekschot.

De identiteit van de vier andere Nederlandse SS’ers is nooit opgehelderd. Volgens Van den Hoek werden alle gevangenen geregistreerd, maar waar de gegevens na de oorlog zijn gebleven, is hem niet bekend. De SS’ers zijn meteen begraven. Waar dat precies gebeurde, is eveneens onduidelijk.

Quatsch
Voerde het verzet in de Biesbosch meer liquidaties uit? Amateur-historicus Zijlmans komt na jarenlang onderzoek tot de slotsom dat er ten minste zeven executies hebben plaatsgehad. Daarnaast zijn in vuurgevechten met het verzet volgens hem nog zeker negen Duitsers omgekomen. Van den Hoek bestrijdt het aantal van zeven fusillades. „Geen sprake van”, zegt hij.

Volgens overlevering zouden op De Dood begin november nog eens vijf Duitsers door het verzet in koelen bloede zijn afgemaakt. De militairen, afkomstig uit Drimmelen en op weg naar Dordrecht, naderden de populieren bij de boerderij van Dirk Feij. Verzetslieden die zich daar achter bosschages hadden verschanst, maakten met enkele vuursalvo’s een einde aan hun leven.

Van den Hoek ontkent het verhaal in alle toonaarden. „Het is quatsch”, zegt hij. Zijlmans is er evenmin zeker van. Op basis van Duitse rapporten oppert hij de mogelijkheid dat de nazi’s door hun eigen kameraden zijn omgebracht. Duitse gevechtseenheden zouden bij De Dood op een aantal deserteurs zijn gestuit met wie ze korte metten maakten. „Het blijft vooralsnog onduidelijk”, concludeert hij.

Geen keuze
Van den Hoek heeft over de liquidaties van vijf Nederlandse SS’ers op het Ganzennest nooit enige wroeging gehad. „SS’ers waren geen lieve jongens”, zegt hij. „Deze mannen waren tot alles in staat. Zij probeerden de rest van de militairen in de schepen te bewegen om in opstand te komen. Wij hadden geen keuze.”

Voor Verkaik was uitvoering van de vonnissen van het tribunaal bepaald niet eenvoudig, zegt Van den Hoek. „Hij heeft er zijn leven lang mee gelopen. Zoiets grijpt diep in. Je ontneemt vijf mensen het leven. Ik zou het niet hebben gekund. Maar íemand moest het doen”, aldus de oud-verzetsman.

Kritische vragen over de liquidaties gaat Van den Hoek niet uit de weg. „Ik weet dat jonge mensen tegenwoordig zich afvragen of het nodig was. Maar de omstandigheden van toen waren heel anders dan die van nu. Mijn geweten heeft hierin nooit gesproken. Ik ben ervan overtuigd dat wij zorgvuldig met onze gevangenen omgingen. Na de oorlog hebben de Duitsers dat zelf ook erkend. Maar deze SS’ers waren niet te handhaven. Zij vormden een groot gevaar.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer