Hoop op vrede in Tsjetsjenië definitief vervlogen
(GROZNY - Met de dood van rebellenleider Aslan Maschadov is de kans op vrede in Tsjetsjenië -voorzover die nog aanwezig was- definitief verkeken. Het wachten is op een nieuw drama à la Beslan.
Als politiek testament van Maschadov kan wellicht zijn laatste interview via internet met Radio Free Europe van vorige week dinsdag worden beschouwd. Daarin sprak de rebellenleider de wens uit een persoonlijk onderhoud te hebben met de Russische president Poetin. „Een gesprek onder vier ogen van dertig minuten zou genoeg moeten zijn om een einde te maken aan deze oorlog.” Maschadov suggereerde dat een overeenkomst mogelijk moest zijn op basis van veiligheidsgaranties voor het Tsjetsjeense volk en de Tsjetsjeense verplichting om de belangen van Rusland in de regio te respecteren.
Maschadov veronderstelde verder dat Poetin niet wist wat zijn volk wil, omdat hij geheel verkeerd zou worden voorgelicht over de toestand in Tsjetsjenië. Het Kremlin zou handelen op grond van informatie afkomstig van overijverige generaals en van het pro-Russische „marionettenbewind” in de hoofdstad Grozny.
Tegelijkertijd had de ”Tsjetsjeense wolf” een waarschuwing aan het adres van Moskou. Als vredesonderhandelingen niet snel van start gingen, zou „de vlam van deze grote brand zich over de hele Noord-Kaukasus verspreiden.” Maschadov beweerde over guerrillastrijders te beschikken in de omliggende deelrepublieken Ingoesjetië, Dagestan, Kabardië-Balkarië en Karatsjai-Tsjerkessië. „Dit is geen leeg gepraat, maar werkelijkheid”, voegde hij er dreigend aan toe. Volgens Maschadov was voorzetting van de gewapende opstand de enige manier om „zijn volk te redden van willekeurige Russische repressaillemaatregelen en barbarij.”
De oproep aan Poetin was aan dovemansoren gericht. De Russische president beschouwde Maschadov als een topterrorist die -na Sjamil Basajev- boven aan het wensenlijstje van Moskou stond. Na de bloedige gijzeling in een Moskous theater in oktober 2002, waarbij 129 bezoekers de dood vonden, sloot Poetin iedere mogelijkheid van onderhandelingen met Maschadov uit. Ook voor het gijzelingsdrama in school Nr. 1 in het Noord-Ossetische Beslan, die aan ten minste 330 mensen -van wie meer dan de helft kinderen- het leven kostte, hield Poetin de „terrorist” Maschadov verantwoordelijk.
In tegenstelling tot Basajev, die zijn aandeel in de aanslagen wel opeiste, wees Maschadov acties tegen burgerdoelen af. Hij vond dat er „geen rechtvaardiging” was voor de gijzeling in school Nr. 1, hoewel terroristische aanvallen „onvermijdelijk” waren gezien het Russische optreden op de Kaukasus. Op zijn website beloofde de rebellenleider dat na de oorlog „individuen die schuldig waren aan het plegen van illegale daden, inclusief Sjamil Basajev”, zich voor een rechtbank zouden moeten verantwoorden.
Voor het Westen bleef Maschadov dé potentiële gesprekspartner namens de Tsjetsjenen in eventuele onderhandelingen met Moskou. Na de eerste Tsjetsjeense oorlog (1994-1996) was de ex-officier van het Rode Leger tijdens eerlijk verlopen presidentsverkiezingen immers gekozen tot vertegenwoordiger van zijn volk. Met 59 procent van de stemmen had hij in 1997 zijn rivaal Sjamil Basajev verslagen.
Of het Westen hierin gelijk had, kan worden betwijfeld. Weliswaar was Maschadov de enige gematigde leider met gezag, maar volgens sommige waarnemers was zijn invloed op de naar schatting 1500 ondergrondse strijders flink geslonken ten gunste van Basajev. Bovendien boezemde zijn kortstondige presidentschap evenmin weinig vertrouwen in.
Na zijn aantreden weigerde Maschadov hard op te treden tegen radicale moslims en benoemde hij Basajev tot premier. Met behulp van wahabitische strijders en financiële steun vanuit de Arabische wereld ondermijnde Basajev vervolgens de positie van de president, totdat in 1999 de tweede Tsjetsjeense oorlog uitbrak. Sindsdien leefde Maschadov ondergronds.
Geschikte gesprekspartner of niet, feit is dat met de dood van Maschadov de weg naar vrede definitief is geblokkeerd. In plaats daarvan kan Rusland de komende tijd een nieuwe opleving van Tsjetsjeens geweld tegemoet zien. De rebellen zullen genoegdoening voor de dood van hun leider willen.
Bovendien is de meest invloedrijke rebellenleider in Tsjetsjenië nu Sjamil Basajev. En van hem is niets anders te verwachten dan nog meer dood en verderf. In een omstreden televisie-interview, dat op 4 februari werd uitgezonden door het Britse Channel 4, dreigde Basajev in de toekomst meer „aanvallen van het type Beslan” in de grote Russische steden uit te voeren. „Steeds weer opnieuw” zouden zijn mannen dergelijke aanslagen uitvoeren om „het ware gezicht van het Russische regime te tonen.”