Doden bij crash met Belgische F-16
Een Belgisch F-16-gevechtsvliegtuig is woensdagmiddag in botsing gekomen met een ultralightvliegtuigje in het Groningse Sellingen (gemeente Vlagtwedde). Bij de crash vielen twee doden, een inzittende van de F-16 en de piloot van het kleine toestel.
De Belgische F-16 was een zogenaamde dubbelzitter en kwam van de vliegbasis Kleine Broghel, vlak onder Eindhoven. Het vliegtuigje kwam van het ultralightvliegveld Vledderveen en was eigendom van vliegclub Westerwolde.
Beide vliegtuigen mochten zich in het luchtruim boven Sellingen bevinden. Het dorp ligt in een zogenaamde laagvliegzone voor F-16-straaljagers.
Even na 13.00 uur kwamen de vliegtuigen met elkaar in botsing. De twee piloten van de F-16 verlieten met hun schietstoel het vliegtuig. Volgens ooggetuigen overleed de tweede piloot doordat zijn parachute niet opende en hij te pletter sloeg tegen de grond. Ooggetuigen stellen ook dat de straaljager al in brand stond voordat hij het vliegtuigje raakte. Het bemanningslid van het gevechtsvliegtuig dat de crash overleefde, werd met een traumahelikopter afgevoerd.
De F-16 stortte brandend neer in een bosachtige omgeving in de buurt van een camping. De brandweer doofde de bosbrand die na de crash ontstond snel. Een ondersteuningsteam van de vliegbasis Leeuwarden ging naar de plaats van het ongeval. Het gebied werd tot militair terrein verklaard. Niemand mocht het terrein betreden. De nabijgelegen camping werd ontruimd.
De politie zette direct in de verre omtrek wegen af. Dit leverde beperkte verkeersproblemen op. De politie hield er rekening mee dat er munitie aan boord van het toestel kon zijn, maar wilde ook de toegestroomde mensen op afstand houden, aldus een woordvoerder.
Ook zit er in dit soort gevechtsvliegtuigen een tank met 10 liter hydrazine, een zeer giftige brandstof die in noodgevallen de besturing van het toestel even aan de gang houdt. Defensie zocht met helikopters het rampgebied af naar de tank en vond hem later op de middag intact terug.
De Raad voor de Transportveiligheid stelt een onderzoek in naar het ongeval. Staatssecretaris Van Hoof van Defensie en de Belgische minister van Landsverdediging Flahaut namen gisteravond poolshoogte op de plaats van de crash. Een Belgisch onderzoeksteam werd met een C-130 Hercules ingevlogen.
Het door de F-16 aangevlogen ultralightvliegtuigje is het tweede toestel dat vliegclub Westerwolde binnen korte tijd verliest. Door nog onbekende oorzaak stortte op 30 maart dit jaar een vliegtuigje van de club in een afgelegen weiland neer, waarbij de twee inzittenden omkwamen. Volgens de vliegclub zijn er nooit problemen geweest met langsvliegende straaljagers.
Het ongeval lijkt sterk op een crash in december 1999. Toen stortte een F-16 van de Nederlandse luchtmacht, afkomstig van de vliegbasis Twente, bij Hoeven in Noord-Brabant neer na een botsing in de lucht met een Piper 28, een vierpersoonsvliegtuig. De twee inzittenden van het sportvliegtuigje -een instructeur en een leerling- kwamen bij de crash om het leven. De vrouwelijke F-16-piloot bracht zich toen met de schietstoel in veiligheid en liep slechts brandwonden op.