De politie maakte woensdag ook de vondst bekend van 41 lichamen, op twee plaatsen in het land. In het dorp Rumana, aan de grens met Syrië, werden dinsdag de lichamen gevonden van 26 mensen die waren doodgeschoten. Onder de slachtoffers, die al enkele dagen dood waren, bevond zich één vrouw. Op een verlaten legerbasis in Latifiya, ten zuiden van Bagdad, troffen Iraakse militairen vijftien onthoofde lichamen aan, waaronder die van drie vrouwen en twee kinderen. Onder de slachtoffers bevinden zich volgens een woordvoerder van het ministerie van defensie waarschijnlijk enkele twee weken geleden door opstandelingen ontvoerde soldaten.

De vuilniswagen werd tot ontploffing gebracht op een parkeerplaats tussen het Sadeerhotel, waar veel westerse contractanten logeren, en het ministerie van landbouw. Voor de aanslag werd gepleegd schoot een groep opstandelingen in politie–uniformen een bewaker van het ministerie dood, zodat de vuilniswagen de door het hotel en ministerie gedeelde parkeerplaats op kon rijden. Andere bewakers namen de vrachtwagen nog onder vuur, maar slaagden er niet in de aanslag te voorkomen. De explosie veroorzaakte een gat van tien meter breed en twee meter diep op de parkeerplaats. De verantwoordelijkheid voor de aanslag werd opgeëist door Al–Qaida in Irak, dat het Sadeerhotel ‘een jodenhotel’ noemde.

In Basra in het zuiden van Irak kwam een politieman om het leven toen langs de kant van een weg een bom ontplofte. Drie agenten raakten gewond.