Binnenland

Kabinet koos expres voor ‘verkeerd’ adresseren opt-out-brief

Het kabinet heeft zijn veelbesproken brief over een uitzondering op het Europese asielbeleid doelbewust geadresseerd aan de Europese Commissie, ook al gaat die daar niet over. Dat was geen onkunde maar opzet, stelt premier Dick Schoof.

ANP
15 October 2024 23:40Gewijzigd op 16 October 2024 00:44

De brief, verzonden op de ochtend van het grote debat in de Tweede Kamer over de Prinsjesdagplannen, trok veel aandacht. Ook omdat die, zo schamperden critici, aan het verkeerde adres was gericht. Niet de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de Europese Unie, maar de regeringsleiders in de Europese Raad kunnen een verdragswijziging in gang zetten. Alleen bij zo’n aanpassing van de basisregels van de EU zou Nederland een zogeheten opt-out kunnen vragen.

Maar dat was expres, zei Schoof in het Kamerdebat over de aanstaande EU-top. „We hebben geen fout gemaakt maar bewust gekozen voor degene die hem mocht ontvangen.” Zo wilde het kabinet uitdrukken dat het slechts een wens uitsprak en Nederland niet zelf zou vragen om het openbreken van het EU-verdrag. Dat was volgens Schoof van meet af aan al niet de bedoeling. „De prioriteit ligt echt op andere dingen.”

Asielminister Marjolein Faber verdedigde zich eerder op de dag al met een beroep op Nederlandse diplomaten die de adressering zouden hebben aangeraden. „Dan zouden we moeten zeggen dat onze diplomatieke dienst niet goed zou zijn.”

De coalitiepartijen maakten in het debat duidelijk dat zij ook geen energie willen steken in het streven naar een opt-out. Tot tevredenheid van CDA-voorman Henri Bontebal, die vreesde dat aandringen op een uitzonderingspositie Nederland in de weg zou zitten wanneer het wat van de EU zou willen. Bontebal concludeerde dat het kabinet de bij andere EU-landen impopulaire wens niet langer tot zijn schade in Brussel zou opbrengen.

Volt-voorman Laurens Dassen ergerde zich juist aan Schoofs woorden. Het kabinet heeft „Nederlanders een rad voor ogen gedraaid”, vindt hij. „Dan moet je eigenlijk nu een briefje sturen van: we gaan het toch niet doen.”

Dat weigerde de minister-president, die woensdag tot en met vrijdag zijn collega’s van de andere lidstaten treft in Brussel. „Het signaal nemen we niet terug.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer