In Zweden is een rechtszaak begonnen tegen de rechts-extremistische politicus Rasmus Paludan, die meerdere keren een koran heeft verbrand. Hij staat niet terecht voor die verbrandingen, maar voor opruiing tegen een etnische groep en belediging, meldt The Guardian.
De 42-jarige Paludan was zelf niet aanwezig bij de zitting in Malmö. Volgens hem zou hij ernstig gevaar lopen als hij naar de Zuid-Zweedse stad zou komen. Hij sprak daarom via een videoverbinding vanaf een geheime locatie.
Paludan begon in de zomer van 2023 met een reeks koranverbrandingen. Dat leidde tot woedende reacties uit landen waar veel moslims wonen, zoals Turkije. Zweedse media gaan ervan uit dat de protestacties een grote rol speelden bij de Turkse weigering om het Zweedse NAVO-lidmaatschap goed te keuren.
De incidenten waarvoor hij is aangeklaagd, vonden een jaar eerder plaats, in april en september 2022. Hij zei tijdens openbare bijeenkomsten onder meer dat de profeet Mohammed een verkrachter is en viel Arabieren en Afrikanen aan. Na zijn uitspraken braken rellen uit in meerdere Zweedse steden.
Paludan vindt dat zijn uitspraken onder de vrijheid van meningsuiting vallen en dat hij slechts kritiek uit op de islam. De hoofdaanklager zei maandag in de rechtszaal dat het recht op vrijheid van meningsuiting niet absoluut is en dat de wet er ook is om kwetsbare groepen te beschermen.