De populatie wilde dieren is wereldwijd in vijftig jaar tijd met bijna drie kwart afgenomen. Schokkend, maar komt dat nieuws nog binnen?
De conclusie uit het jongste Living Planet Report van het Wereld Natuur Fonds (WWF) van donderdag is maar een van de vele alarmerende berichten over natuur en klimaat die, misschien wel dagelijks, in de media te lezen zijn. Opwarming van de aarde, smeltende poolkappen, uitstervende diersoorten, grootschalige bosbranden: de schepping lijdt. Toch is het makkelijk de koppen te scannen en vervolgens door te bladeren of te scrollen.
Die houding is herkenbaar, zegt Kiki de Bruin, promovenda aan de Hogeschool Utrecht. Zij deed de afgelopen jaren onderzoek naar nieuwsmijders. Een groot deel van de mensen die zij ondervroeg, gaf aan wel eens nieuws uit de weg te gaan. Niet zo gek, vindt De Bruin. „Door de hoeveelheid informatie die tegenwoordig beschikbaar is, worden mensen selectiever. Je kunt nu eenmaal niet alles lezen.”
Er zijn een paar oorzaken waardoor mensen bepaalde onderwerpen mijden, legt De Bruin uit. „Bijvoorbeeld als mensen zich machteloos voelen omdat ze er zelf geen invloed op kunnen uitoefenen en het probleem waarover ze lezen niet kunnen oplossen. Of mensen worden overspoeld door nieuws over een bepaald onderwerp, zoals tijdens de coronacrisis. Iedere dag viel te lezen hoeveel besmettingen er waren, hoeveel ziekenhuisopnamen en hoeveel overlijdens. Op een gegeven moment slaan mensen zulke berichten dan gewoon over.”
„Door de hoeveelheid informatie die tegenwoordig beschikbaar is, worden mensen selectiever” - Kiki de Bruin, promovenda
Of er iets soortgelijks aan de hand is met berichten over klimaat of natuur valt uit haar onderzoek niet op te maken, zegt de promovenda. „Mensen die ik bevroeg, volgden dat onderwerp juist wel. Het is ook een heel breed thema: het gaat van Shell tot zonnepanelen en van recyclen tot de opwarming van de aarde.”
Zomertortel
Dat een bericht iemand niet raakt, kan komen doordat het abstract en ver weg voelt, legt De Bruin uit. Dat herkent ook ds. C.J. Barth, predikant in de hervormde gemeente van Vinkeveen. „Wij voelen dingen pas als ze ons echt persoonlijk treffen. En zelfs dan zijn we nog slecht geneigd ons gedrag aan te passen.”
Ds. Barth, die al van jongs af aan veel buiten te vinden is en een fervent soortenteller is, zag in de afgelopen decennia met eigen ogen hoe de natuur verslechtert. „Neem de zomertortel. Toen ik vroeger vanuit Houten een rondje ging fietsen, zag ik gerust vier paartjes van deze duivensoort. Nu is er in de hele provincie Utrecht geen enkel paar meer. En dan waren de aantallen in mijn jeugd al afgenomen. Want vraag je het aan de oudere generatie, dan vertellen zij dat toen zij jong waren, de zomertortel echt in ieder bosje zat.”
Ook zag hij de insectenstanden teruglopen. „Twintig jaar geleden woonde ik in dezelfde streek als nu, maar wat ik op dit moment aan dagvlinders zie, is zo’n 80 procent minder dan toen.”
Grasspriet
Op de vraag wat de mensheid door dit soort ontwikkelingen verliest, is ds. Barth helder. „In feite, als ik het theologisch mag zeggen, zijn we de herinneringen aan God aan het uitwissen. Want de schepping getuigt van Gods heerlijkheid. Ja, je kunt in elke grasspriet of in elke bloem iets van God zien. Maar veel Nederlanders hebben het idee dat ze naar het buitenland moeten om iets te ervaren van wat Psalm 19 schrijft over de schepping.”
„Veel Nederlanders hebben het idee dat ze naar het buitenland moeten om Psalm 19 te ervaren” - Ds. C.J. Barth, hervormd predikant in Vinkeveen
In grote delen van Nederland is vooral het werk van mensen zichtbaar, stelt Barth. „Dat heeft denk ik een heel seculariserend effect. We wissen steeds meer letters uit het boek van de natuur uit of maken die slecht zichtbaar. We missen hele hoofdstukken.”
Dat een land als Nederland sterk gestempeld is door mensen, is volgens de natuurminnende predikant niet per se verkeerd. Toch gaat het volgens hem mis. „Uiteindelijk zetten mensen het menselijk belang al jaren en jaren consequent boven het belang van de natuur. Neem de Afsluitdijk. Ergens is het begrijpelijk dat die is aangelegd. Maar door die hindernis is het voor vissen onmogelijk om heen en weer te zwemmen tussen het IJsselmeer en de Waddenzee. Een compleet achterland is door de dijk van de zee afgesloten. Wereldwijd zorgt de bouw van dammen en dijken voor een enorme afname van de visstanden.”
Autoverkeer
Bij de Afsluitdijk is een vismigratierivier, waardoor de dieren wel langs de dijk kunnen komen, bijna afgerond. Maar dat soort initiatieven wil volgens Barth nog niet zeggen dat het ook over de hele linie de goede kant op gaat. „Op kleine schaal doen mensen mooie dingen, maar op grote schaal gaan verwoestende processen door en raken ze zelfs in een stroomversnelling. Denk aan het kappen van bossen in de Amazone ver weg, of aan het alsmaar toenemende autoverkeer en de infrastructuur die daarvoor nodig is dichtbij.”
De mens verstoort allerlei natuurlijke processen, stelt Barth. De hervormde predikant vindt het WWF-rapport over verdwijnende dierenpopulaties „schokkend”, maar merkt in zijn omgeving dat dit soort berichten niet zo veel uitwerking heeft op mensen. Enerzijds denkt hij dat dit te wijten is aan een gebrek aan kennis. „Veel mensen zijn ecobeet. Vroeger was kennis over processen in de natuur veel meer gemeengoed.”
„Veel mensen zijn ecobeet” - Ds. C.J. Barth, predikant in Vinkeveen
Een christen moet volgens Barth meer doen dan rentmeester zijn. „Dat is een beeld vanuit de schepping. Maar wij leven in een situatie van gebrokenheid. We hebben veel vernield. Dus ik denk dat het aan ons is om te genezen, te herstellen, nieuw te maken.”
De predikant wijst op het voorbeeld van de Heere Jezus. „Hij bracht overal iets van de toekomst in het heden. In het koninkrijk van God zal geen ziekte meer zijn. Overal waar Hij kwam, genas Hij.”
Hoe kan een christen zoiets vormgeven in zijn eigen leven? „Ik denk dat we de beloften en visioenen van hoop voor de hele schepping voor ogen moeten houden. Zien wij het stukje land waarop wij wonen alsof het van onszelf is, of zien we de aarde als een plek die God gegeven heeft aan mens en dier?”
Geen fluit
Christenen zouden voorop moeten lopen als het gaat om de zorg voor de schepping, stelt Kees Verrips. De medeoprichter van Natuurgetrouw, een netwerk dat de aandacht voor de schepping wil vergroten, is desondanks voorzichtig in zijn uitspraken. „Ik wil absoluut niet dat we om ons heen kijken en over de een zeggen: „Die doet er geen fluit aan” en over een ander: „Die is goed bezig”. Maar misschien zijn we als christenen wel vertoevende als Lot.”
Het is een menselijke reflex om berichten over klimaat van je af te schuiven, zegt Verrips, zodat je zelf aan de zijlijn kunt blijven staan. Maar daardoor lopen we op genadegrond alsof het onze eigen grond is, merkt hij. „Terwijl iedere stap van ons met de grootst mogelijke voorzichtigheid gepaard moet gaan.”
Levensheiliging is in sommige kerken een ontbrekend element in de zondagse prediking, signaleert Verrips. „In de kerk hoort het Woord centraal te staan, maar het Woord is breder dan alleen de rechtvaardigmaking. De Bijbel spreekt ook over bijvoorbeeld gerechtigheid in de omgang met de naaste. Als dat element geen plek krijgt, draagt dat ertoe bij dat we niet weten hoe we met de schepping moeten omgaan.”
Het verlichtingsdenken heeft een scheiding aangebracht tussen het geestelijke en de natuur, zegt Verrips. „Psalm 19 bezingt eerst de schepping en daarna de wet. In de berijming van 1773 is er van gemaakt dat de wet van de Heere volmaakter glans verspreidt, maar die tegenstelling is er niet. Hierdoor schuiven we de natuur wel te makkelijk aan de kant.”