Gezag Maschadov verdampte snel
Nog geen tien jaar geleden was Aslan Maschadov de Tsjetsjeense hoop in bange dagen. Hij slaagde er echter niet in radicale krijgsheren als Sjamil Basajev zijn wil op te leggen en stabiliteit te brengen in het land.
Nadat zijn politieke rol was uitgespeeld, stond hij hoog op de Russische lijst van meest gezochte terroristen. Ook op de VN-terroristenlijst prijkt zijn naam. Bij gevechten zou hij dinsdag om het leven zijn gekomen.
Na de gijzelingsactie in het Noord-Ossetische Beslan in september, zette Moskou een grote beloning op zijn hoofd. Maschadov sprak echter tegen dat hij iets met het bloedbad te maken had, evenmin als met andere gewelddadige acties van rebellen. Maar volgens waarnemers was de Tsjetsjeen zeker betrokken bij de voorbereiding van de aanslagen.
Maschadov was medeverantwoordelijk voor het succes van de Tsjetsjeense strijders in de eerste oorlog tegen het Russische leger (1994-1996) en de onderhandelingen met de Russische autoriteiten over het einde van de strijd. Massaal kozen de Tsjetsjenen hem begin 1997 tot president, maar van zijn prestige en gezag was al na enkele jaren weinig meer over.
Maschadovs grootste probleem was het in toom houden van radicalere strijders. Het akkoord dat hij in 1996 met Moskou had gesloten, garandeerde een terugtrekking van de Russische troepen en gaf Tsjetsjenië een grote mate van autonomie, maar geen volledige onafhankelijkheid. Voor een invloedrijke veldheer als Shamil Basajev, die zich aanvankelijk nog onder Maschadov leek te schikken, was dat onvoldoende.
Terwijl Maschadov een gematigde aanpak predikte en meer zag in de heropbouw van Tsjetsjenië dan in voortzetting van de strijd, raakte Basajev in toenemende mate onder invloed van een conservatieve vorm van de islam, het wahabisme. Maschadovs onvermogen om de wahabitische stroming in Tsjetsjenië te onderdrukken en vervolgens te voorkomen dat radicale strijders in 1999 dorpen in de naburige republiek Dagestan bezetten, besliste zijn lot.
Maschadov werd geboren op 2 september 1951. Evenals de meeste Tsjetsjenen van zijn generatie bracht hij zijn eerste levensjaren door in Kazachstan, de republiek waarheen dictator Josef Stalin de Tsjetsjenen in 1944 wegens vermeende collaboratie met de Duitsers had verbannen. In 1957, vier jaar na Stalins dood, kreeg het Tsjetsjeense volk toestemming terug te keren.
Na zijn middelbare school begon Maschadov aan een lange carrière in het Rode Leger. In 1992 zwaaide hij af en keerde terug naar Tsjetsjenië. Dzjochar Doedajev, de toenmalige Tsjetsjeense president, benoemde hem tot plaatsvervangend chef-staf van het Tsjetsjeense leger en in 1994 tot chef-staf. Intussen had Moskou militairen naar het gebied gestuurd om het Russische gezag daar te herstellen.