De verdachten zijn twee mannen van 35 en 57 jaar uit Rotterdam, een 45-jarige man uit Vlissingen en een 48-jarige man uit Den Haag. Zij zijn inmiddels weer vrij, maar blijven verdachten.

Bij de doorzoekingen nam de politie geld, administratie, telefoons, veel visgerei en zeebaars in beslag. Ook werd in een ongekoelde auto vis gevonden, wat een risico is voor de voedselveiligheid. Verder trof de politie in een Haagse woning een vuurwapen en munitie aan en in een huis in Vlissingen een hennepkwekerij.

Vissen vanaf de Zeeuwse Oosterscheldekering is verboden. Volgens de politie is het ook „levensgevaarlijk”, omdat het risico bestaat in het water te vallen en de stroming daar erg sterk is. Vissen vanaf het strand mag wel, als de vangst beperkt blijft tot twee vissen per persoon. Maar de politie meldt dat sommige illegale vissers meer dan duizend kilo zeebaars vangen in een seizoen, dat loopt van april/mei tot en met oktober. De vangst levert veel zwart geld op.

De politie benadrukt dat het bij deze verdachten niet gaat om hobbyvissers, maar dat er sprake is van „ondermijnende milieucriminaliteit”. Overbevissing is schadelijk voor het milieu. De politie onderzoekt of het om een criminele organisatie gaat, waar mogelijk ook witwaspraktijken en uitkeringsfraude plaatsvinden. De vishandelaren die de illegale zeebaarzen afnamen, zijn mogelijk schuldig aan gewoonteheling.